NSB

Nationaal Socialist

Opkomst - Ondergang

WA - SS

Jeugdstorm

WHN - NVD

Arbeidsdienst

Arbeid

Dagelijks leven

Distributie

Joden

Luchtbeschermingsdienst

Persoonsbewijs

Nederland paraat

Oranje/verzet

Nationalisme/fascisme

Surrogaten

Zwart/Nationaal Front

 
De Opbouwdienst.
De Opbouwdienst was opgericht om een uitbreiding van de werkloosheid in ons land te voorkomen. Het zou praktisch werk voor het algemeen belang gaan verrichten. De bezetters hadden er een heel andere bedoeling mee. De Opbouwdienst moest de grondslag worden voor een nationaal socialistisch getinte 'echte' arbeidsdienst.
 
Op 14 juli 1940 bezit Nederland nog een leger van omstreekts 50.000 à 60.000 man. Op de ochtend van 15 juli is dit leger verdwenen. Dan staat de O.D., de Opbouwdienst, gereed om zijn werk te beginnen. Wie hier van deel gingen uitmaken? Allereerst de beroeps- en reserve officieren en onder-officieren, die de wens te kennen hadden gegeven over te willen gaan in leidende functies van de O.D.
 
Niet alle beroepsofficieren konden echter in de Obouwdienst terecht. De pensioengerechtigden namelijk gingen met pensioen terwijl de oudere hoofdofficieren in beginsel op wachtgeld werden gesteld, met uitzondering van enkele hoofdofficieren voor wie de gelegenheid tot plaatsing bij de staven van de O.D. bestond. Ook voor de afwikkeling van de demobilisatie bleven nog verschillende diensten voorlopig gehandhaafd.
 
Naast de beroepsmilitairen kwamen bij de O.D. de reserve-officieren, dienstplichtige onderofficieren en overige dienstplichtigen, die geen werkkring in de burgermaatschappij konden vinden. Voorts zou in de leiding ook plaats kunnen kunnen zijn voor burgers, die zich vrijwillig aanmelden en die op grond van hun deskundigheid, ontwikkeling en geschiktheid om met mensen om te gaan, hiervoor in aanmerking kwamen.
 
Van 15 juli tot 15 oktober liep de z.g. proeftijd. In dit tijdbestek werd beoordeeld in hoeverre bepaalde personen minder geschikt geacht moesten worden om aan het opbouwwerk deel te nemen, dan wel in andere functies te werk gesteld moesten worden.
 
Voorlopig bleven de militairen die bij de Opbouwdienst werkzaam waren, de gewone militaire uniformen dragen. Zij kregen echter een speciaal distinctief waarvan de bijzonderheden nog niet was vastgesteld. Men dacht aan een onderscheidingsteken op de mouw waarop een nader te bepalen embleem, evenals de letters O.D. voor zouden komen. Als de textielpositie het toeliet, zouden er in de toekomst wellicht speciale uniformen komen.
 
 
 
Onderscheidingsteken van de Opbouwdienst.
Deze werd op de linkerbovenarm gedragen.
Afm. 4x4x4 cm.
 
 
 
 
 
 
Deze soldaat van de 7e Compagnie Bewakings Troepen ging op
2 juni 1940 met groot verlof.
 
Dit verlof gold tevens als "vervoersbewijs voor de
openbare middelen van vervoer".
 
"Betrokkene moet zich binnen een week melden bij den
burgemeester van zijn woonplaats en is verantwoordelijk
voor de goede bewaring van zijn kleding en uitrusting".
 
 
 
 
De Opbouwdienst bestond uit een staf, vier districtstaven en verder per district een aantal korpsen (bataljons), elk bestaande uit afdelingen (compagnieën), die op haar beurt onderverdeeld waren in groepen (secties) en ploegen (groepen). Men rekende op een 75-tal korpsen van ongeveer 800 man, in totaal 50.000 à 60.000 man, bij de Opbouwdienst. In beginsel zou de afdeling een zelfstandige werkeenheid zijn, die in elk opzicht 'self-supporting', was. Wellicht was het mogelijk in de toekomst enkele speciale eenheden te formeren van vaklieden op bepaald gebied, b.v. afdelingen die meer gespecialiseerd waren op de uitvoering van bouwwerken enz. en bij grote objecten konden worden ingezet.
 
De Opbouwdienst voerde vanaf het begin al besprekingen over verscheidene objecten, waarmee direct begonnen zou kunnen worden. Uiteraard moest hierover regelmatig overleg gepleegd worden met andere overheidsinstanties als b.v. het departement van Sociale Zaken en het regeringscommissariaat voor de wederopbouw, ten einde dat de objecten niet met elkaar in conflict zouden komen. De legering hing nauw samen met de aard van de objecten. Door omstandigheden kon niet worden beschikt over alle kazernes. Veelvuldig werd daarom gebruik gemaakt van barakken, waarin de soldaten in de winter van 1940 al gelegerd waren en die in de nabijheid van objecten overgebracht moesten worden, al nam het afbreken, transporteren en opbouwen natuurlijk enige tijd in beslag. De aard en ligging van de werkgelegenheden was in ons kleine, dichtbevolkt en voor het grootste deel intensief in cultuur gebrachte land niet zodanig, dat tot plaatsing van permanente legeringgebouwen overgegaan kon worden. Meestentijds moesten kleinere eenheden gedurende beperkte tijd op een bepaalde plek bivakkeren.
 
Uit dit alles volgt, dat op 15 juli niet gelijk een begin gemaakt kon worden met de werkzaamheden zelf voor 50.000 man. Toch moesten onze soldaten die dag al duidelijk het gevoel hebben, dat zijn in een nieuwe organisatie opgenomen waren, die actie vraagt. Daarom werd op die datum alles gedaan voor bevordering van orde, tucht, discipline, sport en zang onder de manschappen. Aan de sport vooral werd een grote plaats ingeruimd. Al dadelijk begon men met curussen voor de sportleiders ten einde deze ten spoedigste voor hun nieuwe taak geschikt te maken. Genie officieren, deskundige onderofficieren, vaklieden wachtte hun allen in dit opzicht een zware taak.
 
Het 'wapen' van de Opbouwdienst was de schop. Dit heeft een nieuw probleem in het leven geroepen namelijk dat der commando's en exercitiën. Voor de Opbouwdienst bleven met bepaalde beperkingen de wet op de krijgstucht en het reglement krijgstucht gelden; op velerlei gebied zouden echter verschillende nieuwe reglementen en voorschriften moeten worden samengesteld, waaraan direct in het begin aan werd gewerkt. Maar ook werd gewerkt aan een exercitiereglement, want bepaalde bewegingen moesten worden uitgevoerd. Natuurlijk was een herziening van verschillende uitdrukkingen noodzakelijk, terwijl ook eerbewijzen gebracht moesten worden.
 
 
Van de Opbouwdienst stond van tevoren al vast, dat zijn levensduur niet langer dan hoogst noodzakelijk zou zijn. In juli ging men er van uit dat de Opbouwdienst binnen 3 à 6 maanden geliquideerd zou zijn. De mannen konden niet zomaar ineens naar huis worden gezonden, want het was niet zeker dat ze hun burgerbetrekking terug konden krijgen. De Opbouwdienst was een loopplank van de militairen naar de burgermaatschappij. Geheel onafhankelijk daarvan werd op 1 januari 1941 de Nederlandse Arbeidsdienst opgericht en deze kwam op 3 maart van datzelfde jaar in actie. De vele kaderleden van de NAD ook al tot de Opbouwdienst hebben behoord, spreekt niet vanzelf, doch is uitsluitend het gevolg van de door hen in laatstgenoemde betoonde capaciteiten.
 
Onder de leden van de Opbouwdienst werd een stevige reclame gemaakt voor Duitsland. In elk kamp moest tenminste één arbeidsbemiddelaar aanwezig zijn. Half oktober 1940 werden er 25.000 leden van de Opbouwdienst ontslagen. Een gedeelte ervan kwam in Duitsland terecht! De afzwaaiers uit de Opbouwdienst waren verplicht zich bij de arbeidsbeurzen te melden. Bij weigering moest de politie rapport opmaken en werd steun ingehouden.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De Nederlandse Arbeidsdienst
 
De Nederlandse Arbeidsdienst was een overheidsinstelling, die oorpronkelijk niet nationaal-socialistisch van opzet was, maar waarvan al zeer snel het kader samengesteld was uit nazi-gezindten. Het werd een semi-militair apparaat volgens Duitse opzet, dat bij het gros der Nederlanders allerminst gezien was en feitelijk alleen diende als wervingscentrum voor dienst in het leger van het Derde Rijk. Maar de Arbeidsdienst was zeer zeker geen zusterorganisatie van de NSB. Na hun diensttijd hadden de arbeidsmannen veelal een grotere afkeer tegen de NSB gekregen dan toen ze het kamp binnenkwamen. Zaten er NSB'ers in het kader van het arbeidskamp dan gaf dat meteen grote spanningen.
 
Ick Dien
Het devies "Ick Dien" van de NAD werd al in 1933 door het Verbond voor Nationaal Herstel van Generaal Snijders gebruikt.
 
De slagzinnen van de NAD waren: 'Eerbied voor den Arbeid' en 'Door Arbeidsvreugde tot Levensvreugde'. Aanvankelijk bestond de NAD uit vrijwilligers, maar op 1 april 1942 werd hij verplicht gesteld voor alle jonge mannen van 18 tot 23 jaar. Vanaf die datum werden bepaalde categorieën verplicht opgeroepen. In 1943 moest zelfs een gehele jaarlichting (1925) er aan geloven.
 
Men kende in de Arbeidsdienst de volgende indeling: 1. De Ploeg, dat was de bezetting van één kamer van een werkersbarak en bestond uit 16 man, waarboven een ploegcommandant. 2. De Groep, werd gevormd door drie kamers die een werkersbarak telde en had dus een sterkte van 48 man met aan het hoofd een groepscommandant. 3. De Afdeling, was het totaal van de bezetting van het kamp en daartoe behoorden 4 barakken van 48 man oftewel 192 arbeidsmannen met aan het hoofd  een afdelingscommandant.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Werkzaamheden
Naast marcheren en exerceren, was het de bedoeling dat de Arbeidsdienst zich zou gaan bezighouden met grondwerken, bosbouw, wegenbouw en grondbewerking. Graven van sloten en greppels, versterken van taluds, plaatsen van duikers, dammen (voor het afsluiten van sloten enz.), ophogen van dijken, onderhoud van watergangen, draineren, ontginning, onderhoud van plantsoenen, aanleg en onderhoud van grasvelden, moestuinen (onderhoud, aanleg). Van dit alles is echter weinig terecht gekomen. De werkzaamheden 'beperkten' zich tot het ontginnen van heide gebeiden en het rooien van aardappels ten behoeve van de voedselvoorziening. Later moest er worden gewerkt voor de Duitsers, zoals zovele Nederlandse mannen.
 
 
mars                             sport
 
 
 
 
    
 
 
 
 
   
 
 
 
 
 
Krabbers
 
Met deze metalen krabbers op de vingers voorkwam men kleine wondjes en gescheurde nagels. Omdat de vingers niet allemaal even dik zijn, had je dus verschillende maten krabbers. Soms plakte men eerst een pleister om de vinger. Zo kon de krabber stevig op  de vinger worden geplaatst.
 
Ze werden gedragen bij het uit de grond halen van de aardappelen, het aardappel "krabben".
 
Marsch- en Orde- oefeningen
 
Marsch- en Orde- oefeningen, zo werd het exerceren door het kader genoemd. Deze oefeningen zijn geen doel, doch het middel om een doel te bereiken. En dat doel heet 'tucht'. "Tucht heeft als morele grondslag de innerlijke overtuiging van de enkeling, dat hij zichzelf, ter wille van de belangen van de gemeenschap, ondergeschikt moet maken, ondergeschikt aan de leider van die gemeenschap, want tucht eist de uitschakeling van de eigen wil en het zich volkomen ondergeschikt maken aan de wil van de leider. Deze oefeningen zijn het middel bij uitnemendheid om soldaten van de Arbeid te vormen". (Ick Dien)
 
De lichamelijke opvoeding
 
"Het doel der lichamelijke opvoeding, dus het vormen van den jongen mensch tot zelfstandig individu. Door de onscheidbaarheid van lichaam en ziel is de lichamelijke opvoeding een opvoeding zoowel in geestelijken als in lichamelijken zin".
 
Tuchtrecht van den Nederlandschen Arbeidsdienst
 
"Het tuchtrecht van de Nederlandse Arbeidsdienst is, in afwijking met ons strafrecht, in de eerst plaats gericht op de opvoeding van de jonge Nederlander. Beide, strafrecht en tuchtrecht hebben ten doel een boetedoening voor de schending der rechtsorde toe te passen, waar de strafrechter een boetedoening verlangt voor de inbreuk op de algemene rechtsorde of de bedreiging daarvan, beschouwt de tuchtrecht dit individu, de dader en hanteert de straf als opvoedend middel, om de dader tot beter inzicht te brengen en voor herhaling te waarschuwen".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Standaardwerk, met stofomslag wat je niet vaak ziet.
 
De arbeidsman op de foto is de heer Taekema. Hij moest voor de foto naar Den Haag. De heer J. Taekema werd geboren in 1923 te Leeuwarden. Hij zat in het arbeidskamp Zweelo, Het Witte Zand, een 'goed' kamp. Later is hij ondergedoken geweest om daarna bij de BS te gaan.
 
 
 
 
 
 
 
 
Almanak OKT
 
Commandant van het opleidingskamp Tilburg (OKT) was A.H.I. Kramers. In de almanak staan de namen van de stafleden, laatst beklede rang, adres en van welk onderdeel afkomstig. Namen, rang en functie van de onderofficieren vaste detachement. Naam, adres en de gegeven curusus van de burgerleraren. Namen van de redactiecommissie, sportcommissie, cantinecommissie, fotocommissie en kamp band. Naam, adres, laatst beklede rang en waarvan afkomstig van de aspriranten. Naam, adres en laatst beklede rang van overgeplaatsten. Naam, adres, laatst beklede rang van diegenen die eervol ontslag op verzoek hebben gekregen. Kamp Tilburg werd geopend op 11 november 1940. De opleiding van de eerste groep duurde tot 10 april 1941.
 
Opleidingskamp Hooghalen
 
Wintercursus 1940-1941. Commandant van het opleidingskamp was hopman D. Blanken. Ook in dit boek staan de namen en adressen van de aspriranten, stafleden en namen van het personeel. Deze opleidingskampen leidden het kader op voor de Arbeidsdienst.
 
 
 
 
In hun vrije tijd of wanneer er niet gewerkt kon worden, konden de arbeidsmannen tijd besteden aan handenarbeid. Meestal moest er voor het kamp nog wel het een en ander gemaakt worden of men maakte iets voor eigen gebruik.
 
Zo maakte een arbeidsman dit doosje met op het deksel de tekst:
 
"Ter herinnering N.A.D. Bergentheim".
 
 
 
 
 
Herinneringsdoosje kamp Bergentheim
 
 
 
 
 
 
    
 
 
 
Uitrusting
 
De leden droegen bronsgroene uniformen. Het was van Lakense stof en werd gecompleteerd door een kwartiermuts (schuitje), leren koppelriem, hoge zwarte kistjes met ijzerbeslag en rond de hak een soort hoefijzer. Verder beenwindsels, sokken, werkkleding, bretels, sportkleren en -schoenen, onderkleding, broodzak met veldfles, eetgerei (met ingegraveerd het NAD embleem met het devies "Ick Dien"). Klompsokken, tentzeil, blikken wasschaal. Ook een stel dekens en lakens en een blauw geruite strozak met dito kussen die je zelf met stro moest vullen. De arbeidsman kreeg verder nog een lange overjas van groen laken, een schoenenborstel en een insmeerborstel.
 
 
   
 
Geen beenwindsels meer, maar laarzen.
 
 
 
 
Kleding en uitrusting waren trouwens voor het grootse deel afkomstig uit het voormalige Nederlandse leger. Overjassen, tunieken, broeken, kwartiermutsen, petten en de puttees (beenwindsels) waren olijfgroen geverfd. Op de kledingstukken werden nummers genaaid, terwijl op enkele andere gebruiksvoorwerpen een stempel werd gedrukt.
 
 
 
 
Petband, kader.
 
 
 
 
Kleding etiket
 
 
 
 
                                                          
                                                                          Miniatuurmedaille
 
 
Hoofdarbeidsleider Willem Abraham Almekinders met het miniatuurvaardigheidsmedaille van de Arbeidsdienst op de borst.
 
Met dank aan Willem F. van Breen, auteur van "De Nederlandsche Arbeidsdienst", voor deze informatie.
 
 
 
 
 
 
Sportinsigne
 
Voor het behalen van de sportinsigne, moest de arbeidsman sprinten, hoogspringen, verspringen, zwemmen, touwklimmen, veldlopen en bal gooien. Dit alles binnen een bepaalde tijd of over een bepaalde afstand.
 
 
Arbeidsdienst voor meisjes en de Rotterdamse Elektrische Tram.
 
In maart 1943 werd voor jonge vrouwen van 19 tot 31 jaar de gelegenheid opengesteld naar de betrekking van conductrice te solliciteren. De arbeidsmarkt leverde niet voldoende mannelijke krachten, zodat het trambedrijf tot deze maatregel zijn toevlucht moest nemen. Het was de bedoeling om met een vijftigtal meisjes een keurkorps van conductrices op te richten. Gelet zou worden op karakter, uiterlijk en omgangsvormen. Een behoorlijke schoolopleiding was een eerste voorwaarde, wellevendheid en ordelijkheid zijn de belangrijkste twee eigenschappen, die bij de beoordeling van de sollicitanten de doorslag moeten geven.
Het was daarom niet te verwonderen, dat zij, die bij de Nederlandse Arbeidsdienst gediend hadden, de voorkeur genoten. Zij kregen de opdracht het publiek, dat van de tram gebruik maakt, op vriendelijke - dus typisch vrouwelijke -  wijze te overtuigen van de noodzaak, dat goed en veilig tramverkeer een groot deel afhankelijk is van orde en discipline der reizigers. Een pedagogische taak zou men het kunnen noemen. En omdat pedagogie een gebied is, waarop vooral de vrouw pleegt uit te munten, koestert de directie van de RET terecht hoge verwachtingen van de nieuwe employe's. (Rotterdamsch nieuwsblad, 26-03-'43)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Draagspeld en kraaginsigne
 
 
 
 
 
 
 
 
Draagspeld van de A.D.M.
Meisjes en vrouwen die hun vrijwillige halfjaardienst bij de A.D.M. er op
hadden zitten ontvingen bij het afzwaaien een herinneringsbroche
niet groter dan een knoop, met erop het zonnerad en de korenaren,
het symbool van de A.D.M.
 
 
 
 
 
 
Broche RET - Arbeidsdienst voor meisjes
 
 
 
 
 
 
 
 
Spade
 
"Wie met deze organisatie (N.A.D./R.A.D) in het teken van schop en korenaar kennis heeft gemaakt, voelt onmiddellijk te doen te hebben met één van de schoonste vruchten eener ware, socialistische wereldbeschouwing. Er is geen sprekender symbool denkbaar dan de spade, die de vaderlandse bodem openbreekt om ons volk voedsel te verschaffen en al delvend het zeldzame goud der arbeidsvreugde en arbeidseer vindt. De vereelte knuisten van student en fabrieksarbeider zullen elkander vinden in en door de dienst aan de volksgemeenschap, in stille verstandhouding vinden in de Nederlandse Arbeidsdienst. In de twee woorden van ons trots devies 'Ik Dien' ligt feitelijk alles besloten wat met een nationaal-socialistische vorming bedoeld wordt, n.l. de wil mede te bouwenaan de welvaart van ons allen. En deze wil, deze bereidheid tot het bereiken van dat doel straalt uit de ogen van een geestelijke en lichamelijke gezonden generatie die thans haar ereplicht voor land en volk in de N.A.D. verricht." (Joh. D. De Ruyter, Hoofd afdeling Vorming N.A.D. in Ontwaken Volk, oogstmaand 1942)
 
 
 
 
 
 
 
De Nederlandse arbeidsdienst was nagenoeg een exacte kopie van de Duitse arbeidsdienst.
 
 
                
 
 
 
 
 
 
Singend wollen wir marschieren
Liederenboekje van de Reichsarbeitsdienst
 
    
 
 
 
 
Links:
 
Portret van een Arbeitsdienstmann, krijttekening.
 
"9.11.39 auf Kampen-Sylt"
Met handtekening van de kunstenaar.
 
De arbeidsman zat mogelijk in het R.A.D. Lager van Abt. 1/77 Tinnum/Sylt.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Rechts; brochure A.D.M. A4 formaat.
 
"In de eerste plaats willen wij in de Arbeidsdienst voor Meisjes de "daad" stellen, maar daarnaast willen wij ook het bewustzijn van ons ras en ons kunnen weer doen herleven, om zodoende later in staat te zijn, aan anderen de rijkdommen, die ons ter beschikking staan, door te kunnen geven.
 
A.C.W. Huigen, Stafleidster.
 
 
 
 
 
Von Arbeitsmännern und Maiden
Mannen en meisjes van den Arbeidsdienst
 
Propagandadrukwerk in het Duits en Nederlands.
 
Samengesteld door Oberstarbeitsführer Bethmann. Tekeningen;
Adrpiranthopman P. Ducker en Hoofdkernleidster B.P. Bouwman
1941
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Vorming
 
Maandblad van de Nederlandse Arbeidsdienst
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
Gruppe "Niederland"
 
NAD Gruppe Niederland im Reichsarbeitsdienst.
Vanaf begin 1942 werden arbeidsmannen geronseld om dienst te nemen achter het Duitse Oostfront in de Gruppe Niederland im Reichsarbeitsdienst. Vierhonderd mannen van de Nederlandse Arbeidsdienst meldden zich als vrijwilliger voor werk aan het Oostfront. Na hun zes weken durende opleiding werden zij op 6 mei 1942 in het kamp Eeze, bij Steenwijk, in aanwezigheid van de Reichs-Arbeitsführer Hierl, op de Führer beëdigd. Begin juni 1942 vertrokken zij naar Rusland.
 
'Na een werkzaamheid van ruim vier maanden achter de linies aan het Oostfront keerden enige weken geleden een vierhonderdtal Arbeidsdienstmannen, behorende tot de Reichsarbeitsdienst doch afkomstig uit de Nederlandsche Arbeidsdienst terug in het vaderland. Een groot deel hunner zal als kader terugkeren in de oude gelederen, de overigen zullen binnenkort naar huis vertrekken. Het initiatief tot de inzet in het Oosten kwam uit de gelederen van de NAD zelf. De oproep vond bij velen weerklank, duizend man melden zich eigener beweging en na selectie en voorbereiding vertrok dan deze groep'. (Noordooster, zaterdag 14 november 1942).
 
Op 13 juli 1943 stond een tweede contingent klaar. Bij het vertrek werden de ruim 500 mannen in Steenwijk geïnspecteerd door generaal-arbeidsleider De Bock.
 
Districts commandant H. Sjouke van de N.A.D.
neemt het defilé af. "De eerst vrijwilligers van
de Nederlandse Arbeidsdienst zijn na zes maanden
scholing afgezwaaid". (persfoto)
 
 
herinneringslint
boekenlegger
Juni - November
1943
Oostkorps 10
 
Oostkorps, onderdeel van de NAD.
De vrijwillige afdelingen van de Nederlandse Arbeisdienst hebben gedurende de zomermaanden van 1943 ontginningsarbeid verricht in de omgeving van Bialystok.
 
Oostkorps 10
Begin juli werd het Oostkorps 10, bestaande uit een staf en vier afdelingen (101, 102, 103 en 104) in "De Weerribben" in de buurt van het Steenwijker Diep bijeengebracht. Op 15 juli 1943 zijn zij bepakt en bezakt naar het station in Meppel gelopen en nog diezelfde dag met een eigen trein in zeven dagen naar heet oosten van Polen gereisd. Drie maanden verbleef het Oostkorps, gelegerd in voormalige krijgsgevangenenkampen en een voormalig jodenkamp, in het Bezirk (district) Bialystok. De korpscommandant en zijn staf waren gelegerd in Bielsk. Het werk bestond uit ontwateringswerkzaamheden, bosarbeid en wegenaanleg. De ontwateringswerkzaamheden vonden plaats in de moerassen van Pripjat.
 
 
Herinneringsspeld N.A.D. Korps Oost 10 - 1943
 
 
 
Oostkorps 20
Op 24 januari 1944 is het Oostkorps 20 opgericht. Op papier was Oostkorps 20, opgebouwd uit een staf en zes afdelingen (201 tot en met 206). Eind maart 1944 vertrokken rond de 160 man (op 1 maart opgeroepen uit acht arbeidskampen; twintig uit ieder kamp) als voordetachement (kwartiermakers) naar het district Bialystok. Het bleef voor korte tijd alleen bij dit voordetachement. De kwartiermakers werden door een overmacht aan Poolse partizanen overvallen. Twee man sneuvelden en drie raakten er gewond, van wie één ernstig. Mede gezien de Russische opmars werden allen naar Nederland teruggehaald.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Onder:
Terugblik op de Dag van de Arbeidsdienst
 
 
 
 
 
De liefde tot zijn land is ieder aangeboren
Op 3 mei 1942 vond de "Dag van den Nederlandschen Arbeidsdienst" plaats. Op het Houtrust terrein in Den Haag stonden 1300 Arbeidsmannen en 100 meisjes aangetreden voor een grote demonstratie. Het afgebeelde tijdschrift geeft een impressie van die dag.
 
"De liefde tot zijn land is ieder aangeboren", is een citaat uit het toneelspel "Gysbreght van Aemstel" van Joost van den Vondel. Hiernaast ook afgebeeld een metalen en gipsen plaat met daarop het citaat en de Nederlandse leeuw. Deze plaat hing waarschijnlijk bij menig Nederlandse nationalist aan de wand. In het blad "De Landwachter" van 19-01-1945 staat een artikel over vaderlandsliefde met als kop "De liefde tot zijn land...."
 
 
 
Programmaboekje
In het Nederlands en Duits
 
 
 
 
   
 
Kunstenaars zien den Arbeidsdienst, tentoonstellingsbrochure
De kunstenaar tot de Arbeidsdienst en de Arbeidsdienst door de kunstenaar nader tot het volk te brengen was de oorspronkelijke opzet van deze tentoonstelling. (voorwoord van C.A.C. de Bock)
 
Daarnaast een kalender.
 
 
Zangbundel met daarnaast aanvullingen en verbeteringen
Zangbundel NAD
Er werd in de arbeidskamp grote waarde gehecht aan de gemeenschapszang, want dat zou de onderlinge band versterken. "Naast de gemeenschappelijke arbeid en het marcheren in gesloten gelederen is het zingen het sterkste gemeenschapsbeleven in de Nederlandsche Arbeidsdienst", aldus de staf in Doorn. Maar ook in kringen van de Nederlandsche Unie, die aanvankelijk achter het streven van de NAD stond, was men van mening dat: "Goede volkszang de onderlinge band zou versterken en het muzikale peil van de jeugd zou verheffen". Er was een speciale zangbundel samengesteld, die in totaal 119 liederen bevatte, verdeeld over acht rubrieken. De meeste waren gewone oer-Nederlandse volksliederen, doch daarnaast was er ook een aantal bij waarin de lof van de arbeid en van de Arbeidsdienst werd bezongen. Achterin waren als een aanvulling een vijftiental verzen opgenomen die door de Reichsarbeitsdienst werden bezongen. Op een enkele na ademden deze verzen de geest van het nationaal socialisme uit.
 
 
 
 
 
 
Propagandadrukwerk
 
 
Vlaggenparade.
Na het eerste ontbijt te hebben genuttigd, is de gehele afdeling aanwezig bij een plechtigheid, welke dagelijks terugkeert en die van grote betekenis is voor iedere vaderlander: de vlaggenparade. De doelbewuste steekt zij een hart onder de riem ter volvoering van hun taak als Nederlander; zij doordringt hen, die de waarde van hun Nederlander zijn nog niet of onvoldoende beseffen, geleidelijk doch zeker daarvan. (Wat is en wil de Nederlandsche Arbeidsdienst, blz. 4)
 
 
 
 
Arbeidskamp Wierden.
 
Ieder arbeidskamp van de N.A.D. had een erenaam, zo had kamp Wierden als erenaam; Maarten Harpertzoon Tromp.
 
Met veel bombarie werd op maandag 10 augustus 1942 een reliëf van Tromp onthuld. Onder de genodigden was ook Mussert.
 
De arbeidsmannen op de foto bij het reliëf zijn de lichting juli - december 1943.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Het voetbalteam van Kamp Wierden.
 
Lichting juli - december 1943.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Boterhammes met een zeldzamere ick dien logo
 
 
 
 
 
Serviesgoed
 
 
 
 
   
Aardappelkom en soepterrine    
 
 
 
 
 
   
 
    
 
       Koffiekan                                    Botervlootje
 
 
   
 
Platte- en diepe bord
   
 
Boterhambordje, diam. 22 cm en los schoteltje
 
 
 
 
 
Serveerschaal, groot en klein
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
                                            Kopje A.D.M. gelijmde bodemvondst
 
De arbeidsdienst voor meisjes had een ander logo, de trifo.
 
 
 
 
         
 
Mosterd, peper en zout setje en kop en schotel van de CCB
 
CCB
Centraal Cantine Beheer van de NAD. Deze afdeling was verantwoordelijk voor de aanschaf van de nodige artikelen voor het kantinebuffet.
 
 
 
 
 
         Theelepeltje ADM
 
           Juskom
 
 
 
Kinderkoloniehuis Op den Geitenberg.
 
Dit tehuis werd ook gebruikt als onderkomen voor kinderen uit o.a. Amsterdam in het kader van de z.g. Kinderuitzending. In ploegen van vijftig kinderen, de helft jongens, de helft meisjes, logeerden de kinderen hier voor zes weken of langer.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ansichtkaarten
 
 
 
 
 
 
"Avondstemming"
 
 
 
 
 
                
 
Fotokaart Arbeidsdienst voor meisjes, Kamp X, Op den Geitenberg, Dieren.
 
 
 
 
 
 
 
 
Bij hetzelfde bruggetje
 
Kamp Workum, It Romme Fjild
 
Kamp Workum
 
Op wacht
 
 
 
Ned. Arbeids Dienst - Doorn
 
Kamp Baarn
 
 
"Veldloop"
 
 
 
Lichamelijke oefening
 
 
 
 
Brief van een arbeidsman uit het kamp
"Sparjobird", 3-2 NAD Hemrik
20 juni 1942
 
 
 
 
 
 
 
 
Arbeidskamp Hemrik
 
Bij het plaatsje Hemrik in Friesland stonden twee kampen van de Arbeidsdienst, t.w.:
 
Kamp Hemrik Zuid, officiële naam; Kamp 113 "Sparjebird". Christiaan de Weth was de erenaam van dit kamp.
Kamp Hemrik Noord, officiële naam; Kamp 114 "Werk Zathe". De erenaam van deze kamp was Antony van Leeuwenhoek.
 
In het briefhoofd van de hiernaast afgebeelde brief staat "Sparjobird" inplaats van Sparjebird, waarschijnlijk is dit een drukfout. Sparjebird is een stuk bosgebied ten oosten van Hemrik.
 
 
 
 
Een ingenieur wordt op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het NAD.
 
 
Brief, commandant IIe district.
'Toewijzing benzine'.
 
 
 
 
 
 
 
In een maandstaat werden de werkzaamheden van de Arbeidsdienst bijgehouden. Hierin stond hoever het werk gevorderd was, hoeveel manschappen er aan het werk waren en aanverwante informatie.
 
 
 
 
 
 
 
 
Achterkant van de maandstaat.
 
 
Op de maandstaat staan de werkzaamheden van de verschillende afdelingen van de arbeidsdienst in een bepaald gebied. Zo staat er o.a te lezen bij de verschillende afdelingen:
 
111 Tolbert, naam van het werk: "Turfweg", 27% gereed.
112 Marum, Oogstinzet te Peest.
113 Hemrik Zuid, naam van het werk: "Poostweg", 68.1% gereed.
114 Hemrik Noord, naam van het werk: "Wijnjeterp", 77.2% gereed.
115 Donkerbroek, naam van het werk: "sportveld", 17.9% gereed.
 
Bij opmerkingen staat:
1 november: R.K. feestdag.
Gemiddeld 89 man gedetacheerd bij 112 NAD te Peest.
25-11-'43 Film N.S.K.K.
 
Bij regen werd er niet gewerkt. Zo is er een kolom waarin het aantal uren regenverlet kon worden aangegeven.
 
 
 
 
 
 
Arbeidsdiensplicht
 
Op 1 april 1942 werd het 'Arbeidsdienstplichtbesluit' van kracht. Hierdoor werd bepaald, dat voortaan jaarlichtingen verplicht werden gesteld om 6 maanden in de NAD te dienen. De beoogde aantallen werden echter nooit gehaald, misschien wel om dat de NSB zich er nadrukkelijk mee ging bemoeien.
 
 
 
 
Motto: "Niet ik verdien, maar ick dien".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
     
 
Arbeidsdienst, door M. Meuldijk.
"Aan werkelijke opvoeding, en vooral als het betreft opvoeding der rijpere jeugd, ligt altijd een wereldbeschouwing te grondslag en het doel der opvoeding is niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke ontwikkeling, beter gezegd geestelijke vorming".
 
"Een Arbeidsdienst zonder politiek, is geen vlees en geen vis. Er bestaat geen neutraliteit, op geen enkel levensgebied. Partij-politiek is democratisch bederf. Neutraliteit is democratische verdwazing. De oorlog, die thans in Europa woedt, is de oorlog der wereldbeschouwingen. De Arbeidsdienst in Nederland is een stuk overwinning van het nationaal-socialisme op de wereldbeschouwing der plutocratie. Kan deze Arbeidsdienst neutraal zijn? Belachelijk! Neutraliteit is precies zo als de zo beroemde "objectiviteit", politieke bekrompenheid".
 
"Nationaal-socialisme is de boom, Arbeidsdienst een vrucht. Zonder boom is het niet mogelijk vruchten te oogsten".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Na zes maanden arbeidsdienstplicht kreeg de arbeidsman een ontslagbewijs met een beoordeling. Deze arbeidsman kreeg als beoordeling: Zeer goed.
 
 
 
 
 
 
Niet iedereen wilde zijn Arbeidsdienstplicht vervullen of was voor de Arbeidsdienst geschikt. Hiernaast staan twee documenten van dezelfde persoon. Het eerste document betreft uitstel tot het vervullen van de arbeidsdienstplicht, het tweede document is een bewijs van ongeschiktheid voor de arbeidsdienst.
 
 
 
Een viertal documenten van dezelfde persoon:
 
Van links naar rechts:
 
Inschrijving voor de Arbeidsdienstplicht, 13 oktober 1943.
Oproep voor keuring op 8 februari 1944.
Persoon in kwestie krijgt geen uitstel van opkomst, 17 juni 1944.
Bevel tot opkomst, 5 juli 1944.
 
 
           Arbeidsfront   
 
 
Arbeidsfront
 
Opgericht op 1 mei 1942 op last van Seyss Inquart. Overkoepelend vakverbond op nationaal socialistische grondslag. Leider: H.J. Woudenberg. Lidmaatschap was niet verplicht; opzet dan ook mislukt door gebrek aan aanmeldingen.
 
In Duitsland vormde het Arbeidsfront een bij de NSDAP aangesloten organisatie, het kreeg zijn instructies van de politieke leiding van de partij. De NSB zou er eigenlijk ook wel een groot filiaal van hebben willen maken. Het lag in de bedoeling om van het NAF om het NVV, het Rooms Katholiek Werkliedenverbond en het CNV naar deze organisatie over te hefelen. Maar deze poging mislukte. De genoemde bonden stroomden leeg. Van de gezamelijk ongeveer 700.000 leden bleven er voor het NAF zo'n 100.000 over.
 
Woudenberg verklaarde in een rede in het Goudbergkamp: "Ik ben van de partij. Al kan het NAF niet anders dan nationaal socialistisch zijn, naar buiten staat het in geen verhouding tot de beweging". Inderdaad was zeker negentig procent van de leden geen NSB'er.