NSB

Nationaal Socialist

Opkomst - Ondergang

WA - SS

Jeugdstorm

WHN - NVD

Arbeidsdienst

Arbeid

Dagelijks leven

Distributie

Joden

Luchtbeschermingsdienst

Persoonsbewijs

Nederland paraat

Oranje/verzet

Nationalisme/fascisme

Surrogaten

Zwart/Nationaal Front

 
 
De Nationaal Socialist
 
Stamboeknummers, uniformgedoe en een veelheid aan functionarissen waren in feite drie middelen tot één dezelfde doel: Men wilde de NSB leden er van doordringen, dat het iets héél bijzonders was om lid van de NSB te mogen zijn. Geen enkele andere fascistische beweging in Nederland heeft ooit zo zeer de eigen organisatie gecultiveerd en alleen de communisten kunnen in dit opzicht met de NSB vergeleken worden. In dit kader past ook de instelling van het 'voorlopig lidmaatschap' met een proeftijd van drie maanden; de vrees voor een al te snelle en ongecontroleerde ledenaanwas zal de behoedzame Leider daarbij ook wel parten hebben gespeeld, maar tegelijk kon het nieuwe instituut nog eens extra onderstrepen, dat het een eer en een voorrecht was NSB'er te mogen zijn.
 
 
 
 
 
Kinderringetje, vroeg model
 
 
  
 
 
 
 
Om lid te worden van de NSB, moest je 18 jaar oud zijn. Na toelating ontvangt het lid: De lidmaatschapskaart. 2. Het lidmaatschapsboekje. 3. De Bronnen van het Nederlandsch Nationaal Socialisme. 4. Het Programma met toelichting.  Aan inschrijfgeld betaalde het lid Fl. 1,- terwijl voor de boekjes, genoemd onder 2, 3 en 4, een bedrag van Fl. 0,35 was verschuldigd. Deze bedragen moesten bij uitreiking worden voldaan.
 
 
Marsorder
 
"1. Elke NSB'er heeft steeds bij de hand: één exemplaar Programma met Toelichting, één laatste nummer Volk en Vaderland, één dito Kringnieuws, drie aanvraagformulieren lidmaatschap en vijf formulieren voor notering naam en adres van belangstellenden. 2. Elk lid draagt steeds zijn insigne. 3. Elk lid geve, voor zover zulks nog niet is geschied, zich op als medewerker aan één of meer van de volgende diensten: W.A., Colportage, Stoottroep, Bezorgdienst, Documentatie, Bibliotheek, Voorlichtingsdienst, Studie- en Debatingclub. 4. Elke NSB'er onverschillig van welk vak of beroep stelt zijn vrije tijd ten dienst van de propaganda der Beweging. Hij geeft naam, adres en vak op aan zijn groepspropagandist. 5. Elke NSB'er werkt voortdurend aan eigen vorming tot een waarachtig Nationaal Socialist. Hij bezoekt vergaderingen, komt geregeld op het Kringhuis, leest fascistische lectuur en zorgt steeds een voorbeeld te zijn voor anderen".
 
 
 
 
Voorschriften betreffende de inschrijving van Sympathiserenden en Adsp. werkende leden
Intern voorschrift van de NSB
 
 
 
 
 
Kartotheekkaart van een NSB'er
Dergelijke kaarten werden bewaard in het archief van de NSB
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ledenspeld met daarnaast het draagteken voor een sympathiserende
 
 
 
 
 
 
 
 
Sympathiserende
 
Op 19 juli 1941 achtte de Leider het ogenblik gekomen, de inschrijving van leden op 'stop' te zetten, teneinde de gelegenheid te scheppen een schifting toe te passen. Op die datum telde de NSB rond 100.000 leden. Tegelijkertijd werd het instituut der 'sympathiserenden' ingesteld. De bedoeling was voortaan de leden te recruteren uit de sympathiserenden en uit de nevenorganisaties W.A., S.S., Jeugdstorm, N.S.V.O. alsmede de fronten. De sympathiserenden werden onderscheiden in twee categorieën, n.l. zij die niet daadwerkelijk willen of kunnen meestrijden en dus de Beweging alléé'n geldelijk steunen, en zij die bovendien ook hun werkkracht ten dienst der Beweging stellen. De tot de eerste categorie sympathiserenden zullen niet als lid worden opgenomen, terwijl de sympathiserenden van de tweede categorie na minstens drie maanden in de Beweging te hebben meegewerkt en aan alle verplichtingen te hebben voldaan, door de Groepsleider als lid kunnen worden voorgedragen. (VoVa, 12-12-'41)
 
De sympathiserende leden hadden dezelfde verplichtingen als de gewone leden, behoefden echter als zodanig in geen enkel opzicht aan de werkzaamheden deel te nemen. Daarom werden zij dan ook niet als volwaardig lid beschouwd. In het stamboek van de NSB in Utrecht werden zij niet opgenomen en ze kregen dus geen stamboeknummer. Het eigenlijke lidmaatschap kon verdiend worden door het sympathiserend lid, als het tenminste gedurende drie maanden werkzaamheden ten behoeve van de NSB had verricht. De sympathiserende leden benaderden ongeveer het getal van dertigduizend en mochten geen uniform of zelfs zwart hemd dragen. Het was een soort begin-lidmaatschap, waarin je niet zoveel hoefde te doen. Maar het was tevens bedoeld als sluis naar het echte lidmaatschap.
 
"Wij hebben er nooit naar gestreefd in de Beweging een zeer groot aantal mensen te brengen, maar willen in de Beweging alleen een keurkorps. De consequentie daarvan is getrokken. De Beweging is voorlopig gesloten. Er zullen geen nieuwe leden meer worden aangenomen, alleen sympathiserenden, die dus geen uniform, geen zwart hemd of insigne mogen dragen. Slechts na gebleken geschiktheid zullen zij als lid worden aangenomen. Daarin komt tot uiting het beginsel dat wie lid is van de Beweging, tot een keurkorps behoort. Ik geef toe dat NSB'ers niet tot een beter mensenslag behoren dan de rest van het Nederlandse volk. Daarom gaat het ons niet. Wij hopen, dat zij goede elementen van het Nederlandse volk zijn. Maar de deugden die wij van hen eisen zijn: eenvoud, moed, openhartigheid en trouw. Wij noemen alleen hem nationaal-socialist, die bereid is deze deugden te ontwikkelen. En wij eisen juist dit, omdat dit de deugden zijn die vereist worden om de nieuwe maatschappij op te bouwen". (Mussert)
 
 
 
 
 
 
 
 
Hiernaast:
Blokleiders- en lidmaatschapskaart van dezelfde persoon.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
In de P.O. (Politieke Organisatie) heerst als algemeen beginsel van Nationaal Socialisme het leidersprincipe, dat in verschillende trappen (van blok- of buurtleider tot de Leider van de Beweging) in deze organisatie tot uitdrukking is gebracht. Dit leidersbeginsel schept niet alleen een hiërarchische betrekking, met een opgelegde gezagsverhouding van meerdere tot ondergeschikte, maar een band van vertrouwen en kameraadschap, krachtens welke de geleiden zich vrijwillig naar de leiders richten. Rangen in eigenlijke (hiërarchische) zin zijn in de Beweging als politieke organisatie dan ook niet bekend. Anders is het in de Weerafdeling, welke als een op het militair bevel beginsel gebouwde instelling is aan te merken, waarbij krachtens een hiërarchische gezagsverhouding de meerder in rang de mindere beveelt, die uitsluitend uit hoofde van zijn plicht als ondergeschikte tot nakoming van het bevel gehouden is.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
"Richtlijnen voor den Blokleider en den Adspirant Blokleider", intern voorschrift van de NSB.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Financieel voorschrift voor den inner
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
Functionarissen van de NSB hadden hun eigen blad: "Kaderblad".
 
 
 
 
 
 
 
 
Het Tuchtrecht der Beweging, interne publicatie en "Instructie voor het werk in de groep", eveneens een interne publicatie.
 
 
 
 
Richtlijnen voor de Districts-, Kring- en Groepshoofden van de Afdeeling Kameraadschapszorg.
 
Instructie voor het werk in De Groep.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Werkers - De Werkerskern
 
Werkers waren de actieve leden van de NSB. De kern bestond uit actieve leden van de Politieke Organisatie van de NSB, "die ten volle bereid zijn alle beschikbare tijd en werkkracht in dienst van de NSB te stellen. Zij bestaat uit strijdende nationaal-socialisten, die te alle tijde door houding en geest een voorbeeld geven in offervaardigheid, daadkracht, kameraadschap en tucht. Alleen zij, die minstens zes maanden als lid zijn ingeschreven en die door hun regelmatig werk bewijzen hebben gegeven van bruikbaarheid en plichtsbetrachting worden tot de kern toegelaten, eventueel na een proeftijd van drie maanden".
 
Werkerskaart
 
Als bewijs van toetreding tot de kern ontvangt het lid een Werkerskaart, waarop staat aangegeven: 1. naam, adres en stamboeknummer; 2. datum waarop de gelofte is afgelegd; 3. werkzaamheden of functie in de Beweging; 4. distinctief, dat gedragen mag worden. De Werkerskaart wordt eens per drie maanden door de Groepsleider afgetekend en is niet geldig, indien diens handtekening ontbreekt. (Instructie voor het werk in een groep, blz. 43, 44)
 
 
 
 
 
 
 
   
 
Op 22 oktober 1938 werd er een landelijke bijeenkomst gehouden van werkers te Amsterdam in het RAI.
Afgebeeld staan het programmaboekje met de herinneringsspeld.
 
 
Zakboekjes en vijf-jaren-insignes
 
Een lid, dat gedurende vijf jaren als zodanig staat ingeschreven, ontvangt van Afdeling 1, Personeel van het Hoofdkwartier een invulformulier met verschillende vragen betreffende zijn (haar) staat van dienst, enz. Deze vragenlijst wordt door het lid ingevuld en met twee pasfoto's in zwart hemd aan Afdeling 1 teruggezonden. De Kringbeheerder ontvangt daarna het zakboekje met het vijfjareninsigne, die beide een nummer dragen en zendt deze door naar de Groepsleider, die voor uitreiking heeft te zorgen. Het zakboekje en het vijfjareninsigne worden tegen ontvangstbewijs gratis verstrekt. Bij de uitreiking aan het lid wordt het zakboekje echter ingewijd met een "Hou en Trou" zegel. Het zakboekje wordt verder eens per half jaar door de Kringbeheerder bijgewerkt en afgestempeld.
 
        
 
 
 
 
 
 
 
 
Om de NSB als bewegin draaiende te houden was er geld nodig. In de eerste plaats kwam het geld van de leden die contributie betaalden. Daarnaast werden er collectes gehouden, er werd geld gedoneerd, door verkoop van brochures, kranten, foto's, propaganda materiaal e.d. kwam er ook veel geld binnen.
 
 
 
 
 
Afbeelding links;
Voorschriften voor den Kringadministrateur, intern voorschrift. "Eigendom van de NSB".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Diverse contributiezegels.
 
 
Kwitantie voor het jaar 1945! Deze NSB'er had er nog vertrouwen in.
 
 
 
 
     
 
 
 
Inkomen Mussert.
 
Voor 1943 gaf Mussert plotseling 50000 gulden op als zuiver inkomen, het vijfvoudige van de voorgaande jaren. Dat kan verband houden met een grote toename van de winst van uitgeverij Nenasu die vooral het gevolg was van het wonderbaarlijke feit dat de oplaag van "Volk en Vaderland" meer dan verdrievoudigd werd en boven de 200.000 exemplaren uitsteeg. Mogelijk heeft Mussert gemeend er niet onderuit te kunnen om voor een zekere afspiegeling van dit verschijnsel op zijn aangiftebiljet te zorgen.
 
 
De geheime geldbronnen.
 
Brochure uitgegeven medio 1935. Dit geschriftje werd door colporteurs, buiten de normale straatverkoop, in tienduizenden exemplaren verkocht. Iedereen kocht deze brochure, want iedereen dacht, dat zij afkomstig was van tegenstanders en dat daar nu eens precies uit de doeken zou worden gedaan hoe de NSB aan haar geld kwam. Maar iedereen was teleurgesteld. Het geeft niet de verwachte 'onthullingen over Duits geld', maar zet uiteen hoe de financiën der Beweging gezond worden gehouden dank zij de offervaardigheid en de belangeloze strijd van de nationaal socialisten. De opbrengst van deze verkoop betekende een welkome versterking van de strijdkas.
 
 
 
 
 
Het Strijdfonds der Beweging.
 
De opbrengst van het Strijdfonds bestaat uit vrijwillige bijdragen, welke geïnd worden:
 
a. Door middel van Gezinsbusjes; ieder Nationaal Socialisch gezin moet in het bezit zijn van zo'n "spaarpotje" voor de Beweging.
 
b. Door middel van Verjaardagsbusjes; dit busje wordt op de verjaardag van het lid bezorgd en de volgende dag wederom teruggehaald.
 
c. Door middel van collectes op vergaderingen: Het houden van deze collectes is verplicht op iedere vergadering of bijeenkomst van de NSB, behalve op werkersvergaderingen.
 
d. Door middel van Strijdfondszegels: Te plaatsen door de medewerkster van het Strijdfonds.
 
 
 
Strijdfondsbusje.
 
Op iedere vergadering, uitgeschreven door de Beweging, is het houden van een buscollecte ten bate van het Strijdfonds verplicht. Op werkersbijeenkomsten is het houden van een collecte niet verplicht. Wel is nodig, dat op dergelijke bijeenkomsten op een opvallende plaats een Strijdfondsbusje aanwezig is, opdat ieder, die zich gedrongen voelt iets te offeren, zijn gave daarin kan storten.
 
 
 
 
Kwitantie bijdrage Strijdfonds
 
 
 
 
 
 
 
          
 
 
Strijdfondszegels worden afgegeven bij het ontvangen van giften ten behoeve van het Strijdfonds der Beweging. Hiervoor mag op geen andere wijze kwijting worden verleend. Gratis wordt een opplakkaart voor deze zegels beschikbaar gesteld.
 
 
 
  
 
 
 
 
 
Verjaardagsbusje.
 
Als verjaardagsbusje wordt gebruik gemaakt van een gewoon gezinsbusje, waarom een speciale papieren band is geplakt. Iedere inster weet door middel van haar fondsclublijstje, wanneer een lid zijn verjaardag viert.
 
Op die dag, uiterlijk 11 uur v.m., of indien dit niet mogelijk is, de avond tevoren, brengt de inster een Verjaardagsbusje met gelukwenskaart bij het lid thuis, waarin niet alleen de jarige en zijn familieleden, maar ook de te verwachten gasten hun gave kunnen storten. Op de dag volgende op de verjaardag, komt de inster weer bij het lid, teneinde in diens tegenwoordigheid het busje te lichten.
 
 
 
Door het kopen van speciale zegels steunde men het 'Huizen- en propagandafonds' van de NSB.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Goud (en Zilver) om Staal.
 
Toen de NSB financieel bijna aan de grond zat, bracht de actie "Goud om Staal", welke een groot bedrag in het laatje bracht, uitkomst. Behalve grote en kleinere bedragen, zijn ook vele gouden en zilveren voorwerpen ingeleverd, zelfs gouden gedeelten van gebitten. (Vova, 12-12-'41).
 
"De financiën eischen bijzonder zorg in de Beweging. Een belangrijke bron van inkomsten, voortkomende uit de collectes op openbare vergaderingen, en dus van buitenstaanders, is geheel opgedroogd. De offervaardigheid moet te hulp komen. Een actie "Goud en Zilver om Staal" wordt ingezet, waarbij aan elken deelnemer een stalen ring wordt uitgegeven, als herinnering aan het offer, in deze moeilijkste dagen van strijd gebracht. Het behoeft geen betoog dat deze actie slaagt. Zeker, er zijn er, die van hun steun of hun minimale inkomen geen enkel geldelijk offer kunnen brengen. Maar ontroerende bijdragen, in de vorm van gouden en zilveren voorwerpen, toonen, wat de ware geestkracht van den Nederlander vermag!" (Voor Volk en Vaderland, '43, blz. 374).
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De vrouw en het fascisme
brochure door G.F.J. Gunning
 
 
"Onze mannen, onze kinderen, ja, de hele natie heeft behoefte aan vrouwen, die ze weer kunnen eeren als WARE vrouwen. Want de vrouw is de rede en de bron, waaruit het gansche volk zijn krachten put".
 
"Wat den man steeds tot zijn hoogste uitingen heeft gedreven; het is de vrouw en niet de intellectuele vrouw, maar de vrouw als vrouw en moeder."
 
"De goede moeder is de nooit uitputtende bron van inspiratie, kunst, vroomheid en zedelijke kracht, waar de hele natie op teert".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De ringen met inscriptie: "N.S.B. 1940" en "Goud om Staal".
 
 
 
 
 
De Goud om Staal actie was een actie van de Nationaal Socialistische Vrouwen op 19 januari 1940. De toewijding aan de partij voerde soms zo ver dat echtparen  hun gouden trouwringen voor de NSB partijkas beschikbaar stelden. In ruil daarvoor ontvingen ze een stel stalen ringen, de z.g. 'Goud om Staal' ringen. De ring getuigt er van, hoe de dragers er van er toe hebben meegewerkt, door extra offers, in de allermoeilijkste tijd de Bewegin in stand hebben gehouden.
 
 
 
 
 
 
          
 
 
 
 
 
 
Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie
 
De NSVO was een nevenorganisatie van de NSB, opgericht op 1 september 1938 door Mussert. Zij stelde zich ten doel: "De vrouwen van den Nederlandschen stam voor te bereiden op haar taak in de nationaal socialistische volksgemeenschap. Zij neemt alle werkzaamheden op speciaal vrouwelijk terrein over van de NSB. De NSVO had tot taak om in te springen, te helpen, overal waar dit nodig was.
 
 
links:
Het boekje; Wat doet de NSVO? door L.M. Couzy, uit waarschijnlijk 1941, geeft een aantal voorbeelden van het werk van de NSVO.
 
 
 
 
 
 
Insigne NSVO
 
De schaal met het vuur, worden gedragen door drie gekruiste takken. Deze takken zijn afkomstig van de es, wat men kan zien aan de bladeren. Deze boom stond reeds ten tijde van de Germanen bekend als het zinnebeeld van de vrouw, zoals de eik de man verbeeldde. Ook was de as, waaromheen volgens hun zienswijze de aarde draaide, van eshout. Drie takken dus, onder de schaal, zou men kunnen zien als drie vrouwen, want de takken dragen duidelijk levende bladeren; ook zijn ze hecht en sterk samengebonden door een stevig snoer, zodat zij, die vrouwen, een krachtige "eenheid" vormen, die het eeuwige vuur daardoor met gemak en vol liefde dragen. Tenslotte betekent nog het figuur, ontstaan door de gekruiste takken, een es. Het Haarvuur heilig, betekent: "Behoud van Zeden". Het Haardvuur veilig, kan worden gelezen als; "Huiselijkheid". Samen houden zij in: "Plicht en Roeping van de vrouw".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hiernaast:
 
'De Nationaal Socialistische Vrouw', veertiendaags blad van 1 maart 1942.
 
De Nationaal Socialistische Vrouw was het orgaan van de NSVO, een uitgave van NENASU. Eind 1942 werd dit blad onder een andere naam voortgezet.
 
 
Lidmaatschapskaart 1943.
Oorspronkelijk stond er 1942 maar de kaart is in 1943 doorgebruikt.
 
 
 
 
 
 
Dienen en Volharden insigne
 
Bij het tienjarige bestaan van de NSB kregen 'kameraadkes' van het Vierduiten- en Strijdfonds niet het Strijd en Offer insigne maar een afzonderlijk onderscheidingsteken zo werd aangekondigd, het Dienen en Volharden insigne.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
NSVO leidster mevr. O. de Ruiter van Lankeren Matthes
 
Tekening, gedrukt als bijlage in het NSVO nummer van
augustus 1942 in het blad "Ontwakend Volk".
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Penning Lotsverbondenheid.
Ontwerper: F. Gerdes, kunstschilder, Laren
Fabrikant: Ateliers van Gerrits en Van Kempen,
voorheen Begeer, Zeist.
Jaar van aanmaak: 1941.
 
 
 
 
 
Interneringspenning
 
In de chaos van de oorlogsomstandigheden werden gevaarlijk geachte Rijksduitsers en NSB'ers opgepakt en in kampen geïnterneerd.
 
De NSB schrijft hierover; "Duizenden, eerlijke vaderlanders, die jarenlang hebben gestreden voor hun eigen volk, werden als misdadigers in oude forten, in gevangenissen en politiekazernes opgesloten. Samen met tal van Duitsers werden zij, eerst op den vijftiende mei door de snelle opmars van het Duitse leger bevrijd, voor de dood en het overbrengen naar Engeland behoed".
 
In een telegram aan Hitler van 4 september 1940 heeft Mussert het over een aantal van 5000 personen die tijdens de meidagen van 1940 in de kerker zouden zijn geworpen.
 
Het gevoel van kameraadschap tussen Nederlanders en Duitsers, dat feitelijk was ontstaan door de gezamelijke internering in de concentratiekampen van het democratische regeringsstelsel, werd nog verstevigd op de bijeenkomsten in Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht in 1941, die plaats vonden ter herdenking van dit feit. Tezamen met de Duitsers enceneerden zij in deze plaatsen grote bijeenkomsten ter herdenking van de internering van een jaar tevoren! Bij die gelegenheid ( 9 mei 1941 staat te lezen in de brochure 'tentoonstelling Herlevend Nederland') werden de interneringspenningen uitgereikt.
 
"De interneringspenning werd in duizenden gezinnen bewaard als aandenken aan de loutering die de kern der Beweging in de oorlogsdagen van mei 1940 heeft doorstaan".
 
Niet alleen NSB'ers waren geïnterneerd, ook honderden gerenommeerde fascisten en communisten gingen achter slot en grendel.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Oorkonde
 
'Met geestige teekeningen in kleurendruk ter herinnering aan de vijf dagen terreur, vernieling, brandstichting, mishandeling en de concentratiekampen'. Zo werd de oorkonde aangeprezen in Het Nationale Dagblad en Volk en Vaderland 27 t/m 29 juni 1940, advertentie NSB boekhandel Het Bolwerk te Amsterdam.
 
De 'geestige' tekeningen betrof afbeeldingen van poppetjes met grote neuzen.
 
Twee penningen in goud werden door Mussert aan Schmidt en Seyss Inquart aangeboden. Later werd nog een derde exemplaar in goud aan Siebel overhandigd, dit uit erkentelijkheid voor zijn aan de NSB verleende steun tegen SS- en andere schadelijke invloeden.
 
Hauptman Siebel, tevens Oberführer der SA (men zou deze rang kunnen vergelijken met die van Luitenant Kolonel in het leger) was aan Mussert toegevoegd als verbindingsofficier tussen de NSB en de politieke Duitse instanties in Nederland.
 
Tobi Goedewaagen schreef dat het gevangen zetten van NSB'ers zin heeft gehad, want zo stelde hij: 'Zin heeft het dat wij, de Geuzen van dezen Tijd, onder alle beledigingen ons, onze vrouwen en kinderen aangedaan, hard zijn geworden als staal, dat wij alle ons door een week humanitaire geslacht ingeprente denkbeelden en gevoelens uit onze zielen heeft gebrand. Zin heeft het alles: Wij zijn nieuwe menschen geworden! (Tobi Goedewaagen in De Waag van 23-05-1940).
 
 
 
Hiernaast:
Vijf dagen terreur, brochure bewerkt door J. de Haas, 1940.
 
 
 
'Ter herinnering aan de laatste misdaden, die joden, vrijmetselaars, jezuieten en andere volksverraders aan ons Volk konden bedrijven'.
 
 
 
NSB en Oranje.
 
Tot 1937 liet de NSB hun strooibiljetten het liefst op oranje papier drukken, zongen bij alle gelegenheden het Wilhelmus en liepen met Oranje in de mond. Na de verkiezingsnederlaag in 1937 veranderde de Oranjegezindheid bij de NSB en zeker na de Duitse inval, stond men aan de kant van de Duitsers, tegen Oranje.
 
Hiernaast een stukje huisvlijt. Een beschilderd Mosa tegeltje in bijbehorend doosje. Er staat:
 
 
De Vijanden van
Oranje,
zijn de vijanden
van Ons Volk
 
uit Volk en
Vaderland
 
27-4-'35.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Rechts:
Kleine uitklap folder: "16 staatshoofden van het Europa der toekomst". De staten; Rusland, Polen, Roemenië, Groot Joego-Slavië, Bulgarije, Tjecho-Slowakije, Finland, Hongarije, Griekenland, België, Scandinavië, Oostenrijk, Frankrijk en Iberië (Spanje en Portugal) komen onder communistisch bewind zo was de strekking. Behalve Nederland, bij de afbeelding van Wilhelmina staat: "Wilhelmina Koningin der Nederlanden (want daar blijft alles bij het oude zeggen ze....)"
 
 
 
 
In de nacht van 30 op 31 augustus 1941, Wilhelmina's verjaardag, werden door de NSB en de Duitsers huis aan huis 'visitekaartjes' verspreid. Er wordt een hechte samenwerking gesuggereerd tussen Wilhelmina en het communisme, in het kader van de geestelijke en morele herbewapening. Wilhelmina had op 26 juni, vier dagen na de inval van Duitsland in de Sovjet Unie, via Radio Oranje de Russen haar steun toegezegd. De Duitse propaganda speelde hierop in.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Toen in 1941 het 'verzet' de letter W gebruikte om daarmee uiting te geven aan hun trouw aan koningin Wilhelmina, kwam de NSB met een tegenactie: Weg met de Winst.
 
De Nationaal Socialisten verweten de koningin niet alleen dat ze haar landgenoten in de steek had gelaten, maar dat ze bovendien het goud had meegenomen.
 
 
 
 
 
 
Niet de NSB heeft het land verraden, maar de koningin haar volk.