NSB

Nationaal Socialist

Opkomst - Ondergang

WA - SS

Jeugdstorm

WHN - NVD

Arbeidsdienst

Arbeid

Dagelijks leven

Distributie

Joden

Luchtbeschermingsdienst

Persoonsbewijs

Nederland paraat

Oranje/verzet

Nationalisme/fascisme

Surrogaten

Zwart/Nationaal Front

 
 
Luchtbeschermingsdienst
 
Nederlandsche Vereniging voor Luchtbescherming (NVL)
 
De Nederlandsche Vereniging voor Luchtbescherming werd op 7 maart 1936 opgericht. Deze NVL zocht vooral de burgerij op en propageerde de zogenaamde 'zelfbescherming'. De regering erkende en stimuleerde burgemeesters om de oprichting van plaatselijke afdelingen te bevorderen. Ook was er sprake van een 'Inspectie voor de Bescherming van de Burgerbevolking tegen Luchtaanvallen' (1938); deze gaf richtlijnen voor de scheepvaart, spoorwegen, de mijnen, scholen, dierenbescherming, gasbedrijven en ziekenhuizen. Daarnaast ten aanzien van bedrijfsbescherming, verlichting c.q. verduistering van voertuigen, grote gebouwen en zelfbescherming.
 
                 
 
 
Minimax snelblusser
'Volgens voorschrift der autoriteiten mogen openbare brandmelders bij luchtaanvallen niet voor alermering der brandweer worden gebruikt. Bij brand zult U dus zelf moeten ingrijpen. Met den Minimax Snelblusscher onderdrukt U elk begin van brand onmiddelijk Het toestel kan ook door vrouwen en zelfs door kinderen worden gehanteerd'. (Luchtbeschermingsdienst Amsterdam, blz. 41).
 
Water zat onder hoge druk in de brandblusser. Door de brandblusser met de onderkant op de grond te slaan, werd het ventiel stuk geslagen en spoot het water aan de bovenkant er uit. De brandblusser op de foto boven, heeft nog de originele beugel voor bevestiging aan de muur.
 
Luchtgevaar
In oktober 1940 verscheen het officiële orgaan van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming, 'Luchtgevaar', in een nieuw jasje. De veranderingen waren volgens de redactie nodig gezien de nieuw ontstane situatie. 'Alle luchtbeschermingspuzzels en luchtbeschermingsproblemen van vroeger zijn kinderspel bij die van vandaag, onder de realiteit van een luchtoorlog', zo staat te lezen. Het blad slaagde er in de neutrale toon in voorlichting en commentaar te handhaven en bevestigde zo het beeld van een politiek onverdachte organisatie. Het blad voorzag duidelijk in een behoefte. De oplagecijfers liepen op van 70.000 eind 1940 tot 200.000 begin 1942.
 
      
Er werden verschillende helmen gedragen bij de luchtbescherming, meestal ging het om exemplaren van het Nederlandse leger.
 
Helm M34
Omstreeks 1934 werd de helm gemodificeerd door de rand aan de onderzijde bij het oor een meer gebogen lijn te geven. Het binnenwerk bestond uit zwart leerwerk met drie dubbele flappen, een gedeeltelijk losse vilten voering en een veter. Aan de achterzijde was een verstelbare riem aangebacht in een lederen flap, die om het achterhoofd pastte. Het binnenwerk was in de helm vastgezet door zeven klinknagels. De kinband was van leer en aan de linkerkant verstelbaar met een metalen schuifgesp. De helm M27NM was donker/olijfgroen, het gemodificeerde model (M34) over het algemeen licht/olijfgroen gespoten. Daar de helmen voor inspecties en parades dikwijls gereinigd werden met olie, kregen ze op den duur een donkerder kleur. De helmen voor de Koninklijke Marechaussee waren geheel met zwart verf gespoten. Gewicht ca. 1150 gram, lengte 29 cm, breedte 23,5 cm, hoogte 16 cm.
 
    
 
 
Boven, links; een Verblifa helm met scherpe rand. Dergelijke helmen werden gebruikt door verschillende hulpdiensten.
 
       
 
Helm van de luchtbeschermingsdienst Leeuwarden.
 
Rechts: Zilverkleurige helm van de luchtbeschermingsdienst Gemeente Voorst. In een zwart kader staat voor op de helm: LBD GV (Gemeente Voorst).
 
 
 
 
Adrian helm
Er waren luchtbeschermingsdiensten en burgerwachten die gebruik maakten van de Franse Adrian helm.
 
Adrian helm
 
       Luftschutzhelm, Duitsland, gladiator model en gasmaskertrommel.
 
 
    
 
Boven: Links, zeldzame bord met het octrooinummer van Lancat, Bussum.
 
Hiernaast: bordje voor aan de deurpost       
 
Boven; kartonnen bord
 
 
    
 
Bij luchtalarm konden de mensen in de grotere steden schuilen in openbare schuilkelders. Emaille borden wezen de weg, zoals bovenstaande borden uit Amsterdam.
 
Gasmaskers.
Inspelend op de angst voor het gebruik van gifgas in de strijd, werden gasmaskers aangeboden. Geadverteerd werd ze tijdig te kopen want, aldus een advertentie, in tijden van spanningen konden de fabrieken absoluut niet in de behoefte voorzien. De overheid hield een vinger in de pap. Officieel werd via kranten medegedeeld dat dit beschermingsmiddel bij chemische oorlogsvoering op het postkantoor was te bestellen.
 
     
 
Gasmasker, filter en zakje boorzuur.
 
Boorzuur was een zwak zuur dat in de vorm van boorwater nog wel wordt gebruikt voor oogbaden.
 
 
 
 
 
Mouwband LBD
Een nadeel van de stoffen banden was dat ze kreukelden en niet goed leesbaar waren. Veel banden werden vuil tijdens het gebruik, daarom werd vanaf november 1941 het nieuw ontworpen emaille mouwschild ingevoerd.
 
Mouwschild/armschild
Soms werd er misbruik gemaakt van de mouwschild. Tijdens een luchtalarm mochten behalve luchtbeschermers die naar hun post op weg waren, zich alleen mensen op straat begeven die in het bezit waren van een speciale vergunning. Voor illegale acties was het soms handig om zo'n plaatje in bezit te hebben.
 
  Bedrijfsluchtbescherming (BLB)        Bewakingsdienst
 
Bedrijven van enig belang en omvang hadden een eigen luchtbescherming. Ziekenhuizen, elektriciteitsbedrijven, gasfabrieken, de mijnen b.v. werkten met een 'bedrijfsluchtbescherming'.
 
Bij calamiteiten stond er gelijk een heel team klaar om in te grijpen om schade aan het bedrijf te voorkomen of zo klein mogelijk te houden. Niet in de laatste plaats ging het ook om de veiligheid van het personeel en in het geval van een ziekenhuis ook om de patiënten.
 
Burgers konden vanaf juni 1942 worden opgeroepen voor bewakingsdienst. Omdat b.v. openbare schuilplaatsen nogal eens werden vernield, werd de pas ingestelde bewakingsdienst ingezet om een aantal van deze schuilplaatsen te bewaken.
 
 
       
 
Boven, van links naar rechts;
Mouwband luchtbescherming Groningen; Legitimatiebewijs Luchtbeschermingsdienst Groningen; Ratel, metaal met houten handvat voor plaatselijke alarmering. Gebruikt bij de luchtbescherming Groningen, Oude Ebbingestraat.
 
"zij die niet om 12 uur binnen moeten zijn"
Goedewaagen's Koninklijke Fabrieken
Gouda Holland
 
Sperrstunden
Men kon een pasje krijgen om over straat te mogen lopen tijdens de 'Sperrstunden', de avondlijke en nachtelijke uren, weer een ander pasje in geval van luchtalarm. In eerste instantie werd daar een witte mouwband van de luchtbeschermingsdienst bij gedragen.
 
     Perceelkaart    Speldje van de luchtbeschermingsdienst s'Gravenhage
 
Een perceelkaart moest zichtbaar worden opgehangen en hoorde bij een woning. Hierop stond namelijk in welk vak, wijk en blok het perceel zich bevond. Daarnaast stond er de naam van het blokhoofd en zijn plaatsvervanger op; belangrijk bij hulpverlening.
 
       
 
Uitgave 1943
 
Kriegsflugzeuge - Oorlogsvliegtuigen
Voor de oorlog al werd het zeer populaire 'Vliegtuigboekje' uitgegeven en bij het begin van de oorlog 'Oorlogsvliegtuigen der belligerenten', van J.G.W. Zegers, welke in de loop van de oorlog echter door de Duitsers werd verboden en moest worden ingeleverd. Dat inleveren gebeurde in de meeste gevallen uiteraard niet, maar het vervelende was echter wel, dat je het daarom niet altijd kon raadplegen. Je kon er in het openbaar zeker geen gebruik van maken. Een alternatief voor de geinteresseerde was het door de Luftwaffe (RLM) zelf uitgegeven boekje 'Kriegsflugzeuge', dat, hoe dom van de Duitsers, nog meer details bevatte. Het boekje, meestal 'georganiseerd' bij de NSB boekhandel, werd daarna gretig gebruikt voor de herkenning van geallieerde vliegtuigen waarmee we kennis maakten.
 
Het vergeten bombardement op Rotterdam.
 
Op 11 maart 1943 werd er een bombardement uitgevoerd op de Rotterdamse havenbekken, iets ten oosten van scheepswerf Wilton-Fijenoord. Door een fout kwamen veel bommen echter niet op het haventerrein terecht, maar op de woonwijk Bospolder-Tussendijken. Honderden Rotterdammers kwamen om of raakten gewond, duizenden raakten dakloos.
 
 
Een marmeren herdenkings-asbak
met daarop de spreuken:
Alles sal reg kom en
Moed en vertrouwen
met de datum: 31 maart 1943
 
Herdenkingstegel bombardement Nijmegen.
 
Op 22 februari 1944 vond er een 'vergissingsbombardement' door de geallieerden plaats op Nijmegen. Op dezelfde dag werd ook Arnhem, Deventer en Enschede gebombardeerd. Volgens sommige bronnen was dit bombardement geen vergissing maar opzet. Het kan geen vergissing geweest zijn dat op één en dezelfde dag vier Nederlandse steden werden gebombardeerd.
 
  Tegel, keramiek, Westraven, Utrecht, fabrikant Groenekan. Van deze tegel bestaat er ook een witte en bruine versie.
 
 
Op 17 september 1944 begon Operatie Market Garden. Amerikaanse en Britse soldaten proberen Nijmegen en andere Zuid-Nederlandse steden te bevrijden. Nijmegen wordt echter fel verdedigd door de bezetters. Toen de Duitsers in het nauw werden gedreven, verlieten ze de stad. Daarbij wordt een deel van de binnenstad dat na het bombardement van 22 februari nog overeind stond, alsnog in brand gestoken.
 
Op 17 september werd de kunstzijdefabriek Nyma te Nijmegen gebombardeerd omdat de geallieerden dachten dat er Duitsers zouden zitten. Ook viel er een bom op een post van de Luchtbescherming aan het begin van de Hatertseweg. Onder het personeel van de post die buiten stonden te kijken naar de vliegtuigen, vielen een dode en twee gewonden.
 
 
 
Verduistering
 
Nederland ging schuil achter zwarte gordijnen en zwart verduisteringspapier. Wie niet of onvoldoende verduisterde kreeg een proces verbaal. Door te verdonkeren konden geallieerde vliegtuigen zich moeilijk oriënteren boven Nederland. Straalde er licht naar buiten dan kon het zijn dat de plek doelwit werd van een geallieerd bombardement. In Amsterdam zijn tijdens de verduistering mensen in de gracht gelopen en verdronken omdat men in het pikdonker niet kon zien waar men liep.
 
       
 
 
Boven, afbeelding links:
Lichtgevende speldje van de Vereniging voor Luchtbescherming. dit speldje werd uitgebracht begin mei 1939. Het speldje bestaat uit een "uitstralingsvlak", omgeven door een metalen ring. Het uitstralingsvlak bestond uit lichtgevende verf en moest eerst in de nabijheid van een elektrische lamp worden gebracht waarna het licht, een zwak schijnsel, uitstraalde. Voor Nederland was dit speldje een novum; tot dan toe was dit speldje alleen in Zwitserland verkrijgbaar.
 
Het speldje kostte een kwartje. Het batig saldo, dat de verkoop van de speldjes zou opleveren, zou worden gestort in een door de vereniging gesticht filmfonds voor de vervaardiging van een luchtbeschermingsfilm. De speld heeft een diameter van zo'n 3 centimeter. In de metalen rand van de speld staat: N.V.L. Ned. Ver. voor Luchtbescherming.
 
Philips Phospho speld.
Philips kwam in augustus 1940 ook met een lichtgevende speldje op de markt, de "phospho speld". Er bestond ook phospho plakband en phospho verf. De phospho speld moest op de revers worden geprikt, opdat men gezien zou worden. Het moest zo de veiligheid van de voetgangers vergroten.
 
De lichtgevende verf Phospho had een lichtende nawerking van zes uren, zo is in de informatie uit die tijd na te lezen. Phosphoverf liet zich niet met de hand verstrijken. Men moest dus zoeken naar een oplossing, welke tenslotte hierin werd gevonden, dat men de verf spoot. Het werd gebruikt voor schuilkelders, voor opschriften en borden, pijlen of armenturen, trappen en gangen van fabrieken, kantoren en ziekenhuizen. Ook de speldjes zijn ermee behandeld. Bij dag- of kunstlicht heeft deze verf een geelgroene kleur. De nalichting in het donker is blauw. Door sterk daglicht of een kunstmatige lichtbron moest de werking van de verf worden geactiveerd. Buiten zorgt de zon daarvoor, binnen kon dit het beste geschieden door ultra violet stralende lampen.
 
Afbeelding rechts;
Een lichtgevende plaatje van de Luchtbeschermingsdienst.
 
 
 
 
Maanlichtstroken, stroken behang die in het donker licht geven. Men kon zo bepaalde plaatsen in huis markeren, b.v. een drempel of trapopgang.
 
Knijpkat
Op de 10e mei 1940 waren de verduisteringsmaatregelen van kracht geworden en die bleven ook onder het nieuwe regime gehandhaafd. Dit betekende dat de straatverlichting s'avonds overal gedoofd bleef en dat uit huizen geen straaltje licht naar buiten mocht komen. Er heerste zodra de zon onder was volkomen duisternis in het gehele land. De vraag naar batterijen was ineens zo groot geworden, dat velen niet eens een zaklantaarn konden gebruiken. De 'knijpkat' die Philips later in de handel bracht, was een uitkomst; een lantaarn voorzien van een handdynamo.
 
   
 
De eerste modellen van de knijpkat werden gemaakt van aluminium. Toen dat materiaal schaars werd, werden de knijpkatten gemaakt van messing en zink. Op de voorgrond staat een bijzondere versie van de knijpkat; de Bi-Jou, een knijpkat voor dames. Iets kleiner, smaller en eleganter en daarom was deze knijpkat vooral in trek bij de dames van Duitse officieren.
 
 
Vanaf februari 1943 tot 2 juni 1944 werden deze knijpkatten vervaardigd door de kampbewoners van kamp Vught waaronder joodse werknemers van Philips (het z.g. Philips Kommando).
 
 
De Philips fabrieken richtte twee speciale afdelingen op voor joodse werknemers. De grootste bevond zich in Eindhoven en een kleinere afdeling in Hilversum, onderdeel van de NSF, de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek.
 
In mei 1942 werd de afdeling in Hilversum verplaatst naar Eindhoven omdat anders de joodse medewerkers naar Amsterdam zouden moeten verhuizen. Philips kon dit op deze manier voorkomen.
 
 
 
Lichtfilter
Veduglo lichtfilter voor elektrische gloeilampen. 'Bij gebruik hiervan kunnen de gordijnen open blijven, zodat men elk gevaar direct ziet'. (reclame in de brochure luchtbeschermingsdienst Amsterdam).
 
     
 
In de Veduglo lichtfilter moest een lamp worden gedraaid, waarna de 'filter' in het stopcontact kon worden gedraaid.
 
    
 
Hierboven afgebeeld een ander model lichtfilter/verduisteringslamp. Net als het voorgaand model is ook dit mode van bakeliet. Ook hierin een blauwe 'filter', de lamp straalde dus blauw licht. De ventilatiegaten zorgden er voor dat de warmte naar boven kon ontsnappen. 22 centimeter hoog en 14 centimeter in doorsnede.
 
                     
 
 
 
Brug- sluislantaarn met vier verduisteringsspleten. Achter zo'n verduisteringsspleet zit gekleurd glas. De tegenoverliggende spleten hebben dezelfde kleur glas; twee rood en twee groen. Binnenin zit een petroleumlamp. De lantaarn is 39 cm hoog, hensel niet meegerekend en 17 cm breed.
 
Deze lantaarn hing bij een brug in Oppenhuizen ten zuidoosten van Sneek, Friesland.
 
 
 
 
           
 
 
Deze verduisteringslampjes zijn helemaal zwart op een klein spleetje na aan de voorkant. Een verduisteringsplaatje was dan niet nodig.
 
Philips bracht verschillende verduisteringslampjes op de markt. Hieronder een doosje met lampjes voor een zaklantaarn. In dit geval gaat het om een blauw lampje.
 
I.L.B.
Rijks Inspectie Luchtbescherming. Goedkeuringsnummer gevolgd door een keuringsnummer.
 
       
 
Olando, Philips en Splendor verduisteringslamp.
 
             
 
Verduisteringskappen voor de koplampen van een auto.
 
 
 
Verduisteringsplaatje voor de fiets.
 
    
 
 
Verduisteringsplaatjes.
Deze plaatjes moesten er voor zorgen dat er geen licht naar boven zou schijnen.
Hierboven staan twee modellen afgebeeld. De eerste is van karton met stof en kon over de koplamp van een fiets worden getrokken. De tweede is van metaal en moest in de koplamp voor het glas worden geplaatst.
 
Om meer licht te krijgen heeft men tal van geraffineerde manieren uitgedacht, zoals het uitbuigen van de verduisteringsjalouzietjes en het verwijderen van het lichtspleetje bij een goedgekeurd verduisteringslampje.
 
 
 
 
 
 
Boven:
Naast een plaatje kon men ook een complete koplamp kopen, speciaal voor de verduistering. Uiteraard met de rijkskeur I.L.B. Veel licht gaf zo'n lamp niet, maar dat was ook niet de bedoeling. Het ging er om dat men gezien werd.
 
Was je een beetje handig, dan maakte je zelf een verduisteringsplaatje, zonder rijkskeur natuurlijk (Afbeelding rechts).
 
 
Achterlicht.
Het achterlicht van de fiets moest ook afgeschermd worden. Daarvoor gebruikt men een kapje van metaal of zoals hier boven afgebeeld van rubber. Op het kapje staat wettig gedep. en een merkteken.