NSB

Nationaal Socialist

Opkomst - Ondergang

WA - SS

Jeugdstorm

WHN - NVD

Arbeidsdienst

Arbeid

Dagelijks leven

Distributie

Joden

Luchtbeschermingsdienst

Persoonsbewijs

Nederland paraat

Oranje/verzet

Nationalisme/fascisme

Surrogaten

Zwart/Nationaal Front

Mobilisatie
 
Wij willen Holland hou'en/houden
 
Nederland moest Nederland blijven. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog waren er plannen om een deel van zuid Nederland aan België te 'geven'. In de jaren dertig liepen fascisten warm om Nederland bij Duitsland aan te doen sluiten.
 
Dit alles riep weerstand op bij de nationalisten en er kwamen protesten; hun credo werd: "Wij willen Holland houden".
 
Hiernaast; een beschilderd schaaltje met daarop de 'Schip van Staat'.
 
 
 
"Wij willen Holland houden"
 
 
 
 
 
 
 
 
Klompje "Wij willen Holland hou'en".
 
 
    
 
Speldje "Wij willen Holland Houden".
"Mobilisatie 1939"
 
 
    
 
Speldje "Voor Vaderland en Koningin"
"mobilisatie 1939"
met nummer, onbewerkt.
 
 
 
 
 
 
Koperzaagwerk
 
De Koninklijke Zilverfabriek Gerritsen en Van Kempen te Zeist heeft in 1940 een plan uitgewerkt, dat de militairen in staat stelde met heel weinig kosten zelf metalen voorwerpen te vervaardigen. De militair of burger maakte het zaagwerk en de fabriek zorgde voor de rest. De fabriek had daartoe een collectie voorwerpen ontworpen bestaande uit: verschillende broches en hangers, een armband, bonbonbakje, jampothouder, boekensteun, theeplaatje, fruitschaal en een theelichtje. De militair of burger kon bij de winkelier een platte strip koper kopen waarop de omtrek van één van de hierboven genoemde voorwerpen en de gehele versiering. Deze moest worden uitgezaagd en de winkelier zorgde er dan weer voor dat de fabriek het in vorm bracht (armband, boekensteun), het verzilverde en polijstte. Men kon bij de meer ingewikkelde voorwerpen de onderdelen aanschaffen, waarna ze uitgezaagd konden worden en de fabriek zorgde dan voor de afwerking door het voorwerp in elkaar te monteren en te verzilveren. In de grotere plaatsen kon men de koperen voorwerpen bestellen bij een juwelier of horlogemaker, in kleinere plaatsen ging dat door bemiddeling van de plaatselijke leider voor O. en O. (Ontwikkeling en Ontspanning).
 
 
 
Nederland dacht dat het neutraal zou bijven, net als in de Eerst Wereldoorlog. Weinigen die zich echt zorgen maakten dat Nederland bij een oorlog betrokken zou raken, zeker niet toen de mobilisatie tijd maar voortduurde. Er ontstond een heuse industrie rondom de mobilisatie. Als herinnering aan deze bijzondere tijd verschenen er allerlei 'souvenirs' of men maakte ze zelf.
 
Vrij algemeen zijn de zelf geverfde tegeltjes die op vrij grote schaal werden geproduceerd.
 
 
  
 
Bloemenvaas, jeneverkruiken en mobilisatiepijp
 
 
 
 
 
     
 
Mobilisatiepijp, zonder mondstuk
Kustwacht
    
 
rechts; detailopname van de pijp
Op het plaatje staat een soldaat op Nederland met tekst:
'1939 mobilisatie'
 
 
 
          
 
 
 
 
Doorrokertjes
 
Vooral in de dertiger en veertiger jaren waren de zogenaamde "doorrokertjes" populair onder de pijprokers. Onder het glazuur van zo'n doorrokertje zit een plaatje dat, naarmate men meer rookt, duidelijker wordt.
 
De doorrokertjes werden geproduceerd door Goedwaagen in Gouda.
 
Op de pijp links, staat aan de voorkant een soldaat afgebeeld en op de achterkant de tekst:
"Mobilisatie 1939 tot.....???"
 
 
 
 
 
 
 
 
Mobilisatie schoentje
 
Over het algemeen werden, als aandenken, klompjes door burgers en soldaten bewerkt en beschilderd.
Een zeldzame uitzondering is het hier afgebeelde houten schoentje met de tekst:
 
Mobilisatie 1939 3R.I. (3e Regiment Infanterie)
 
 
Mobilisatie klompje
 
Op het klompje staat "Liempde 1939 mobilisatie"
 
Liempde is een plaatsje in Brabant, tussen Eindhoven en 's Hertogenbosch. Bij het uitbreken van de oorlog vertrokken de soldaten naar Leerdam.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hiernaast:
Mobilisatie herinnering Den Haag
 
 
 
 
Mobilisatie bordjes
 
Ter herinnering aan de mobilisatie werden er ook  mobilisatie bordjes en asbakjes verkocht. Er bestaan zes verschillende bordjes/asbakjes. De asbakjes hebben dezelfde voorstelling en tekst als de bordjes, de asbakjes hebben echter een oranje rand. Bordjes en asbakjes werden vervaardigd bij: 'Societé ceramique, Maestricht', zes stuks, t.w.
 
1. Ieder soldaat heeft een maarschalkstaf in z'n ransel;
2. Voorop daar gaat de kolonel ki ka kolonel;
3. Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad;
4. Rats kuch en boonen is het soldatendiner;
5. Wie heeft er suiker in de snert gedaan?;
6. En daarna komt de korporaal, de meeste praats van allemaal.
 
  
  
 
 
 
 
             
 
                Mobilisatie tegel Mosa
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Rechts:
Mobilisatiebordje
"Door storm naar sterren"
 
Herinnering aan de mobilisatie, Gouda.
"Aurora" Workum
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mobilisatiebord:
 
"Wij willen ons zelf zijn en blijven"
 
Vervaardigd door "RAM", Arnhem
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mobilisatiebordje:
 
"Het Vaderlandt Ghetrouwe
  Blijf ick tot in den doet"
 
"Mobilisatie
  Augustus
  1939"
 
Vervaardigd door "N.V. Koninklijke Plateelbakkerij
Zuid-Holland Gouda"
 
 
 
 
Mobilisatie theepot
 
Een bijzonder mobilisatie memorabilia is deze theepot. Dergelijke theepotten kwamen in twee kleuren op de markt; crèmekleurig vervaardigd bij Mosa en de afgebeelde mintgroene versie.
 
De hier afgebeelde theepot is niet gemerkt. In reliëf staat afgebeeld Nederland met de tekst; "Je Maintiendrai". Aan de andere kant in reliëf Nederlands Indië met de tekst; "Ik zal handhaven".
 
De spreuk "Je Maintiendrai" komt oorspronkelijk van het Huis van Oranje Nassau. Vanaf 1815 werd het de wapenspreuk van Nederland.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mobilisatie Kessel 6 dec. 1939
 
Een mooie mobilisatie mok, niet Nederlands, maar Belgisch.
 
Het Fort van Kessel ligt in de gemeente Nijlen, provincie Antwerpen. In het kader van de mobilisatie werd het fort in 1939 aangepast en ingeschakeld in de militaire verdediging.
 
In de Tweede Wereldoorlog heeft het fort echter geen belangrijke rol gespeeld.
 
Op de mok staat: "Mobilisatie Kessel 6 dec. 1939".
 
 
 
Souvenir uit Den Helder
 
Een ingelijst beschilderd/bedrukt zakdoekje met de afbeelding van Hr. Mr. pantserdekschip "Gelderland".
 
Het schip lag vanaf 1939 onbewapend in de haven van Den Helder. Het had voordien jaren dienst gedaan als artillerie instructie schip.
 
Op het doekje staat:
 
Souvenir
uit Den Helder
1939
van je broer
Hans
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hiernaast.
Een soortgelijk werkje als boven. Deze is van voor de oorlog en ook nog van voor de mobilisatie. Afgebeeld is de mijnenveger M1, later werd de naam Hr.Ms.M1. Boven in het midden staat een foto van de matroos en er staat: "Ter herinnering aan mijn diensttijd op zee van Cor".
 
M1
Oorspronkelijk was het schip een sleepboot maar werd in 1918 omgebouwd tot mijnenveger. Tijdens de meidagen van 1940 was het schip ingedeeld bij de divisie mijnenvegers II te IJmuiden. Door machineschade is het schip echter nooit in aktie gekomen. De Duitsers hebben het schip naderhand in gebruik genomen als "LAZ 46" en in 1941 is het schip herdoopt in ZRD5.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
HR MS JAVA
Een beschiderd/beplakt doek met een afbeelding van de kruiser Java.
 
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog heeft de Java enkele maanden konvooidiensten in de Straat van Gibraltar uitgevoerd. Hierna vertrok de Java op 4 mei 1938 richting Nederlands Indië waar het in juni van dat jaar aankwam.
 
De Java werd op 27 februari 1942 tijdens de Slag om de Javazee samen met het schip de Ruyter door de Japanse strijdkrachten tot zinken gebracht, 491 van de 512 opvarenden kwamen daarbij om het leven.
 
Er staat te lezen:
Ter herinnering aan mijn eerste reis naar de
"Spaansche Wateren"
1938
Van uw zoon Willy
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Olieverfschilderij op paneel "mobilisatie"
 
Schilderij met daarop afgebeeld een soldaat staande in het schemerdonker aan de kust van Kijkduin.
 
In de rechter benedenhoek staat:
 
Kijkduin Nanninga Oct. "39
 
 
Mobilisatie ring
 
Dergelijke ringen werden veel gedragen. Het gaat meestal om een standaard monogram ring.
 
 
 
Hetzelfde model nu met het wapen der artillerie.
Zilver, gemerkt: '800'.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mobilisatie-ring Marine
Deze ring is iets kleiner dan de andere twee.
 
 
 
 
Een aardig portret van een soldaat artillerie
 
 
 
 
 
 
 
In de Eerste Wereldoorlog waren de Kwatta-repen erg geliefd bij de soldaten van het Nederlandse leger, die ondanks de neutrale opstelling van Nederland toch gemobiliseerd waren. De naam Kwatta verwijst naar een cacaoplantage in Suriname.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoefijzer
 
Het hoefijzer is een mobilisatie aandenken van de Artillerie Paarden Depot of Algemeen Paarden Depot. In de hoefijzer staat nog de afkorting A.P.D.
 
Het Algemeen Paarden Depot was gevestigd op Houtrust, De Haag. Commandant in 1939 was Luitenant Kolonel Jhr. P.J. Boogaart.
 
Het Artillerie Paarden Depot zat in Tilburg in de Generaal Kromhout kazerne aan de Bredaseweg. Het leger moest in 1922 sterk bezuinigen en het 2e Regiment Huzaren dat er zat werd naar Breda overgeplaatst. Vanaf toen werd de kazerne als paardendepot voor de artillerie gebruikt en ontkwam zodoende aan sluiting. Op het depot waar paarden ondermeer aan de herrie van het slagveld gewend moesten raken, werkten niet meer dan ongeveer 50 personen. Het paardendepot zou na de algemene mobilisatie van augustus 1939 naar Den Haag vertrekken.
 
 
 
 
  
 
Opbergmap voor dertien exemplaren van De Wacht.
Daarnaast een los exemplaar.
 
 
 
 
 
 
De Wacht
 
Op 18 november 1939 verscheen 'De Wacht', het weekblad voor de gemobiliseerde weermacht en het Nederlandse volk. Het werd 'met instemming van de opperbevelhebber' uitgebracht door de Koninklijke Nederlandse Vereniging 'Ons Leger'. De Wacht diende niet alleen tot verstrooiing van burger en militair, maar er werden ook mededelingen van de legerleiding in gepubliceerd. Het blad werd gevuld met puzzels, tekeningen, een vragenbus en korte verhalen. Onder het motto 'Het leger lacht' waren twee bladzijden ingeruimd voor ingezonden moppen. Moppen die uiteraard hoofdzakelijk over de dienst gingen. De eerste vier nummers/afleveringen kunnen worden beschouwd als proefexemplaren ter kennisneming. Ze werden geheel gratis verspreid. Met ingang van het vijfde nummer (16 december 1939) werd een abonnementsprijs geheven van 3 cent per week.
 
 
 
De Wacht, de nummers 1 t/m 24 gebundeld.
Daarnaast De Wacht nummer 25, en het laatste nummer, 26.
Nummer 25,  4 mei 1940.
Nummer 26, 11 mei 1940!
 
 
 
  
 
 
Ergens in Nederland
 
Programmaboekje van 'een film uit de mobilisatietijd', met in de hoofdrol Lilly Bouwmeester.
 
Ik zal handhaven
 
Er werden verschillende soldatenkranten uitgegeven. De Wacht is wel de bekendste, maar die was tevens bedoeld voor het Nederlandse volk. 'Ik zal handhaven' was specifiek voor de afdeling; Groep Maas-Noord.
 
 
 
 
 
 
 
De Lichte Divisie, soldatenkrant
 
Hierin opgenomen de soldatenkrant van van II-R-W. H. Baron van Voorst tot Voorst was Generaal Majoor Commandant van De Licht Divisie. "De Lichte Divisie" werd gedrukt in een oplage van 10.000 exemplaren.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De Koninklijke Landmacht, 1938
 
 
 
 
Kleine mobilisatie foto album met daarin slechts een ansichtkaart en een groepsfoto.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
33e Regiment Infanterie
IIe Bataljon - 2e Compagnie
 
In de meidagen van 1940 maakte het 2e bataljon deel uit van de groep Assen. De 2e compagnie van het bataljon bevond zich in en rond Meppel.
 
Dit bataljon was opgesteld in de Wonsstelling bij de afsluitdijk.
 
Commandant van de 2e compagnie II-33 Regiment Infanterie was de reserve-kapitein
F. Gorissen
 
 
Hiernaast:
Stempel en afdruk van de commandant.
 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
Duits model infanterie schild
 
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn de schilden sporadisch gebruikt, de meeste exemplaren lagen in magazijnen opgeslagen.
 
Na de capitulatie zijn de schilden, zo gaat het verhaal, voor het merendeel verschroot; Toch worden er regelmatig schilden opgegraven welke waarschijnlijk in de loopgraaf zijn blijven liggen.
 
 
 
 
   
 
Veldfles M89. Rechts een identiteitsplaatje van een Nederlandse soldaat, vroeg model. Het gaat hier om een zinken herkenningsplaatje aan een wit katoenen koord. Later werden de gegevens met slagstempels in het plaatje geslagen.
 
 
Helm M16
 
Het Nederlandse leger kocht in 1916 een partij Franse 'Casque-Adrian' helmen. Tijdens het testen bleken ze niet te voldoen aan de eisen, die door het leger werden gesteld. Het gevolg was dat Nederland overging tot het fabriceren van een eigen helm Dat leidde, nog in hetzelfde jaar, tot het invoeren van de M16. De helm M 16 ontstond uit twee Nederlandse proef modellen, die enigszins Frans aandeden. Na diverse proeven werd hij door het Departement van Oorlog officieel vastgesteld, bij schrijven van 12 december 1916, VI afdeling, nr 104. De helm was geperst uit één stuk staalplaat van 1mm dikte en voorzien van één of drie sleuven voor het doorhalen van ranselriemen. Er waren modellen met en zonder luchtgaten. De helm was bolvormig met een schuin aflopende rand rondom, die naar voren groter werd.
 
 
 
 
Infanterieschild - bodemvondst
 
Het gaat hierbij om een stalen schild, waarin een klein schietgat. Dergelijke schilden werden op de borstwering van een loopgraaf geplaatst om onder dekking van het schild met het geweer te kunnen vuren op de vijand. Het geweer moest rechts worden geschouderd voor optimale dekking. De zijkanten van het schild zijn naar voren gebogen om de soldaat er achter tegen afketsenden kogeld te beschermen. Het infanterieschild bood bescherming tegen vuur van lichte wapens
 
 
 
 
 
 
 
Infanterieschild Krefelder Stahlwerke
 
Dit schild werd door het Nederlands leger aangeschaft. Het is 34 cm hoog en 60 cm breed. Het staal is 11 mm dik en weegt ruim 19 kg. 40.000 duizend stuks van deze Duitse schilden werden vanaf 1916 aan het Nederlandse leger geleverd. In totaal had het Nederlandse leger in 1923 ruim 42.000 schilden tot zijn beschikking, daaronder ook exemplaren van in Nederland gefabriceerde schilden.
 
Het schild boven werd samen met nog andere schilden gevonden in een weiland onder de maas.
 
Het schild links is gevonden in de Maas dijk bij Hedel. Op de eerste dag van de Duitse invasie probeerden Duitse troepen de Maas over te steken om zich vervolgens te kunnen storten op de Peel-Raamstelling.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
M16 helm, schuurvondst
 
  
 
  
 
 
 
 
 
M34 helm
De helm links werd in september 2012 gevonden in een boerenschuur in het noorden van het land. Heel goed mogelijk dat de helm daar meer dan 70 jaar heeft gelegen. Op wat vliegroest na heeft dit exemplaar de tand des tijds goed doorstaan.
 
 
Helm Bescherming Bevolking
Na de oorlog werd de M34 nog gebruikt door de Bescherming Bevolking. Het werd groen/grijs gespoten en voorzien van een nieuw binnenwerk. De helmplaat bleeft zitten.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Stormdolk
 
De stormdolk werd speciaal ontwikkeld en ingevoerd ten behoeve van de stormtroepen, opgericht in 1917. De stormtroepen waren elite soldaten die de reguliere troepen bij een aanval moesten voorgaan. De Eerste Wereldoorlog kenmerkte zich door de man tot man gevechten in de loopgraven. De militaire autoriteiten vonden dat er een wapen moest komen geschikt voor zo'n gevecht. Het werd de dolk. Deze dolk kreeg als bijnaam 'stormdolk', omdat de stormtroepen er gebruik van gingen maken.
 
In oktober 1917 werd een order geplaatst bij de Artillerie Inrichtingen te Haarlem voor de vervaardiging van 30.000 exemplaren, mogelijk 50.000 exemplaren. In april 1918 liet de directie van de Artillerie Inrichtingen weten dat de aanmaak van 50.000 exemplaren binnenkort voltooid zou zijn. Hoewel er opdracht was gegeven voor 30.000 exemplaren en nog niet voor de andere 20.000 exemplaren, deden de betrokken partijen daar niet moeilijk over.
 
De stormdolk bleef tot 1924 in gebruik. Rond dat jaar verdwenen de meeste dolken in depot, omdat de stormtroepen werden opgeheven. Pas in de laatste maanden van 1939 werden de dolken uit depot gehaald vanwege de mobilisatie. Op 17 april 1940 meldde de opperbevelhebber dat er op dat moment geen dolken meer voorradig waren.
 
Van de 50.000 exemplaren werden er 2780 uitgereikt aan het Korps Mariniers.
 
De dolken kregen een serienummer, een nummer met een letter. De nummering bij de landmacht gebeurde in series van tienduizend stuks.
 
 
 
 
 
Hembrug bajonet met helaas een afgeslepen punt.
 
 
 
 
 
 
Herinneringsbord Etappen- en Verkeersdienst
 
 
 
Etappen- en Verkeersdienst
 
Toen in de jaren 1939 en 1940 gebieden onder water werden gezet werd de Etappen- en Verkeersdienst ingezet voor het vervoer van de geëvacueerden. Het eerste evacuatie gebeuren in verband met inundatie startte op 8 september 1939. Toen werd een begin gemaakt met het inunderen van een gedeelte van de Grebbelinie. Weldra volgden ook andere gebieden.
 
Op de rijkswegen Den Haag - Amsterdam en Utrecht - Rotterdam, waren vanaf 8 mei 1940 door de Etappen- en Verkeersdienst militaire auto's geplaatst om de landing van vijandelijke vliegtuigen te verhinderen.
 
Tijdens de mobilisatie stonden de spoorwegen onder direct bevel van de Directeur van de Etappen- en Verkeersdienst van de Generale Staf, de overste H.H. Thoden van Velzen.
 
 
 
 
 
 
Evacuatie
 
Op 14 mei 1940 capituleerde Nederland met uitzondering van de provincie Zeeland, hier werd de strijd tegen de Duitsers nog voortgezet.
 
Op diezelfd 14 mei 1940 adviseerde de commandant van Zeeland om althans de vrouwen en kinderen uit de gemeenten Middelburg, Vlissingen en Veere, bij wijze van vrijwillige evacuatie, te doen vertrekken.
 
Vlissingen is uiteindelijk op 17 mei, met Middelburg in Duitse handen gevallen.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Een bijzonder document; 'vrije doortocht' voor een moeder met haar dochter.
Vlissingen, 16 mei 1940
 
 
 
 
Mouwband Afvoer Burgerbevolking.
 
In de meidagen van 1940 werkten de gemeenten met een evacuatie voorschrift in de te ontruimen gebieden. De gemeenten waar de te evacueren bevolking werd ondergebracht, werden "vluchtoorden" genoemd. Door de regering werden voor de oorlog de streken aangewezen, waar de af te voeren bevolking, indien tot ontruiming van bepaalde gebieden zou worden overgegaan, zou worden gehuisvest. Het ging om de overbrenging van een half miljoen burgers, afkomstig uit rond de 100 verschillende gemeenten.
 
De af te voeren bevolking werd ingedeeld in groepen van ongeveer 50 personen onder een groepsleider, terwijl over elke 20 groepen een hoofdbegeleider moest worden aangewezen.
  
 
 
 
 
 
 
Het legitimatiebewijs hier boven afgebeeld van de gemeente Baarn werd gebruikt bij de evacuatie in 1940. Grote groepen mensen werden vanwege de inundatie en oorlogsgeweld uit bedreigd gebied geevacueerd.
 
 
 
Evacuatie penning
 
Deze penning werd o.a. door de gemeente Breda uitgereikt aan allen die hadden meegewerkt aan de evacuatie van de stad. Om het een persoonlijk karakter te geven, kon op de achterzijde namen, plaatsnamen en bijzondere data worden gegraveerd. Functionarissen kregen een penning in zilver uitgereikt. Vervaardiger; Koninklijk Begeer Voorschoten.
 
Voorzijde: "Ik ben dakloos geweest en Gij hebt mij geherbergd".
Achterzijde: "Gij zult in eeuwigheid bij God Uw loon verwerven voor dezen trouwen dienst in Mijnen lesten nood - Vondel". en: "Evacuatie 1940".
 
 
 
 
 
De burgemeester van de gemeente Baarn verzoekt vrije doortocht voor belanghebbende. Baarn, 10 mei 1940.
 
 
 
Gedurende de oorlog waren er mensen op de vlucht. Vanwege het oorlogsgeweld, een bombardement bijvoorbeeld, kwamen mensen, al dan niet tijdelijk, zonder woning te zitten.
 
Deze mensen moesten opgevangen worden en voorzien van distributiebescheiden.
 
De vluchtelingen-verklaring hiernaast staat op naam van een persoon die Rotterdam moest ontvluchten eind december 1944.
 
Hij kwam als evacué terecht in de gemeente Dokkum, Friesland.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Evacuatiebureau
 
In geval van een evacuatie moest de burgerij natuurlijk op de hoogte zijn wat men in dat geval moest doen.
 
De gemeenten kwamen met aanwijzingen zoals, in dit geval, van het evacuatiebureau Utrecht, 1944.
 
De burgers mochten niet op eigen houtje vertrekken, maar moesten de bevelen van overheidswege opvolgen.
 
 
 
 
Na het bombardement op Rotterdam en de capitulatie verschenen er metalen plaatjes met de afbeelding van generaal H.G. Winkelman in twee variaties.
 
Op het plaatje rechts staat: "Hij nam een wijs besluit". Het plaatje links heeft als tekst: "De wapens worden neergelegd".
 
Het verhaal gaat dat deze plaatjes zijn gemaakt van oorlogsmateriaal, d.w.z. van de kogelpunten van de Nederlandse M95 patronen.
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
 
Gebroken Vleugels Onsterfelijke Roem
 
"De militaire luchtvaart verwierf onsterfelijke roem voor de betoonde grote moed en zelfopoffering bij de vervulling van zijn oorlogstaak", aldus de opperbevelhebber van land- en zeemacht. Hij heeft bij Besluit van 18 mei 1940 het Ridderkruis der Militaire Willemsorde toegekend aan het wapen der militaire luchtvaart.
 
"Ook het niet-vliegende gedeelte der militaire luchtvaart heeft onder de moeilijkst denkbare omstandigheden, zowel op de vliegvelden als daarbuiten, voldaan aan het devies: "moed, beleid en trouw".
 
De uitspraak "onsterfelijke roem" vinden wij terug op de afgebeelde plaquettes. De plaquette links is van metaal, de twee andere zijn van gips. Oorspronkelijk hingen de plaquettes aan een rood, wit, blauwe lint.
 
Op de gipsen plaat in het midden staat: "Blois v. Treslongstr. 49 (W), zonder plaatsnaam. De grote tegel zou volgens het Historisch Museum te Deventer, gemaakt zijn door F.J.W. Vlijmen om de bevolking een hart onder de riem te steken. Destijds kostte de tegel Fl. 2.50.
 
 
 
 
Huisvlijt
 
Na de capitulatie bloeide een vaak primitieve huisvlijt op: wandbordjes en plankjes, beschilderd met de Nederlandse vlag, de Nederlandse leeuw en een bemoedigende tekst. Ze sierden weldra menige huiskamer. In de laatste oorlogsjaren groeide de huisvlijt uit tot een ware huisindustrie.
 
Moed en vertrouwen
 
Dit was de strijdkreet die in de trouwe vaderlandse harten weerklank vond en een keurbende van dappere strijders tot verzet opriep, die tallozen in den lande moed en vertrouwen gaf. (De Zweepslag, 15-03-1945)
 
Ook Mussert had het over moed en vertouwen bij zijn radiorede ter gelegenheid van zijn verjaardag: "Vol moed en vertrouwen gaan wij voorwaarts voor volk en vaderland. Het zal waarachtig wel gaan". (1942)
 
 
 
Soortgelijke bordjes werden o.a. gemaakt in het herstellingsoord voor Nederlandse Oorlogsgewonden te Oud Zuilen, 'Huize Zuilenveld'.
 
 
 
 
Links: Een koperen schildje; "Moed en Vertrouwen 1940"
De kleuren zijn in emaille. Afm 9 x 24 cm.
 
 
 
 
Het bewust tegeltje en een tegel "1942 moed en vertrouwen" dat waarschijnlijk in hetzelfde atelier is vervaardigd.
 
Gipsen tegeltjes werden in grote aantallen door onderduikers vervaardigd en verkocht om het onderduiken te financieren.
 
Op de foto is de vervaardiging te zien van een tegeltje ter gelegenheid van de geboorte van prinses Margriet in een atelier in Goes. Duidelijk is te zien dat de gipsen tegeltjes aan de kachel werden gehangen om te drogen.
 
 
 
 
Grebbeberg
 
  
 
 
 
 
 
  
 
 
Onze doden tijdens de meidagen van 1940 mochten niet worden vergeten
 
 
 
 
 
 
Ook beschilderde dienbladen werden in grote aantallen vervaardigd
 
 
       
 
 
'Glas in lood' raamhangers met bemoedigende tekst. "Wel gebogen, Niet gebroken" is misschien wel de bekendste.
 
"Drijft vloet U neer stelt U te weer", deze tekst staat ook te lezen op een gebrandschilderd glas van een woning aan de Herenstraat in Voorburg.
 
 
 
 
Afm. +/- 25x25 cm
 
 
 
 
 
 
Geslagen maar niet verslagen.
 
Het is onduidelijk wie deze uitdrukking heeft gebruikt; nationaal socialisten of hun tegenstanders. In feite heeft het dezelfde betekenis als; "Wel gebogen niet gebroken". Het verschil is dat de uitdrukking "Wel gebogen niet gebroken" niet van nationaal socialisten werd gehoord; "Geslagen maar niet verslagen" komt men daarentegen wel tegen bij b.v. Nationaal Front en de Nederlandse Opbouwdienst. Zo staat er in een krantenartikel over de Opbouwdienst te lezen:
 
"Alles wat in het verleden zo menigmaal aan de eenheid van het Nederlandse volk in de weg heeft gestaan, zal uit de Opbouwdienst worden geweerd. Ieder staat naast de ander in gemeenschappelijke arbeid voor dit doel; de schepping van een krachtig saamhorig Nederland, dat wel geslagen, maar niet verslagen, met ere zijn plaats onder de natiën der wereld inneemt. Het bovenstaande wil de Opbouwdienst bereiken door:
1. Arbeid, 2 geestelijke ontwikkeling, 3 sport.
 
Een artikel in het Nederlandsch Dagblad, orgaan van het Nationaal Front schrijft op 08-07-1941: "Geslagen maar niet verlagen gaat ook over Finland's vrijheidsstrijd, de strijd van Finland tegen Rusland.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Penning ter herinnering aan de Meidagen van 1940, van het II depot Infanterie gelegerd te Leiden.
 
Tijdens de Duitse inval in Nederland 1940 bestond het 2e depot infanterie uit het 10e depot bataljon, 15e depot bataljon en het 22e depot bataljon.
            
 
 
 
 
 
 
 
 
    
 
 
 
 
 
 
 
 
Eerbied voor hen die vielen. 10 -14 mei 1940.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hiernaast:
Geglazuurde terracotta plaquette
"Hulde aan hen
Die vielen voor hun vaderland
1940-1945".
 
 
 
Kareol, herstellingsoord.
 
Om militaire gewonden of zieken weer volledig de 'oude' te laten worden en geheel op krachten te laten komen, kreeg het Nederlandse Rode Kruis de beschikking over de buitenplaats van mej. M.I.H. Bunge. Dit was Kareol te Aedenhout. De kosten, verbonden aan de inrichting en instandhouding van dit herstellingsoord gedurende de daarvoor gedachte periode kwamen voor rekening van het Rode Kruis.
 
Het was niet de bedoeling dat in "Kareol" zieken verpleegd werden, maar uitsluitend zij, die hersteld zijn van van een wond b.v. aan het been of arm en verder een goede gezondheid genoten. Kareol vormde de brug, die door herstellenden werd betreden en door gezonden weer werd verlaten.
 
Dr. C.Kroon was directeur-geneesheer van "Kareol" en mevrouw Kroon had de huishoudelijke leiding. Sport instructie werd gegeven door Ritmeester Pahud de Mortanges. Er werd veel aan sport en gymnastiek gedaan ten einde de stijve spieren en ledematen weer de oude soepelheid terug te geven.
 
Later werden er ook burgerslachtoffers van de oorlog verpleegd en na 1945 werd Kareol een herstellingsoord voor oud-illegale werkers met instemming en overleg met de Stichting 1940-1945.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
 
 
 
Bord uitgegeven naar aanleiding
van de opening van herstellingsoord Kareol
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
"Alles sal reg kom", uitspraak van de Zuid Afrikaander Paul Kruger.
 
 
 
De Nederlandse leeuw en de spreuk "Je maintiendrai" werd vaak gebruikt als uiting van verzet en trouw aan het huis van Oranje.
 
 
Het tegeltje links is van gips en is uit januari 1943.
 
    
 
 
 
 
 
Deze ronde houten bordjes zijn gemaakt door onderduikers. De bordjes hebben nagenoeg dezelfde afmeting; de diameter is zo'n 11 cm.
 
Tekst:
Tob nooit ook dit gaat voorbij
Zonder strijd geen overwinning en
Arnhem 17 Sept. 1944
 
 
 
 
Krijgsgevangenen
 
 
 
 
 
Kistje in de vorm van een boek.
Op de 'rug' van de doos staat: "Versen Stalag VI B"
Afm.: 23x17,5x7 cm.
 
 
 
 
 
Stalag 371 - Stanislau
 
Stalag is niet de juiste benaming want in dit kamp zaten alleen officieren. Sigarettendoosjes zoals hiernaast afgebeeld werden vaak door Russische krijgsgevangenen gemaakt die in Stanislau werkten en slecht werden behandeld. Vaak werden dergelijke doosjes geruild tegen voedsel.
 
 
Russische krijgsgevangenen op de foto
met krijgsgevangenen plaatje.
 
 
 
 
 
 
 
 
Ter gelegenheid van zijn 51e verjaardag kreeg de heer P.J. Bont een oorkonde uitgereikt voor zijn verdienste als componist en medewerking aan het O.K. cabaret. O.K. was de afkorting van "Opgepikte Knapen".
 
 
 
 
 
 
 
    Kerstmis 1943, menu kaartje Stanislau.
 
 
 
 
 
 
 
Stalag VIIIA
 
Krijgsgevangenen werden geregistreerd en kregen een z.g. krijgsgevangenenplaatje. Hierop stond de naam van het kamp en het registratienummer van de gevangene.
 
Het plaatje rechts afgebeeld, is van een gevangene in het kamp Stalag VIIIA geweest. Stalag is de afkorting van Stammlager, d.w.z. een gemeenschappelijk kamp. Er bestonden ook Oflag kampen, dit waren kampen voor officieren.
 
Kamp Stalag VIIIA bevond zich in Görlitz, Polen, district Wehrkreis VIII Breslau (Wroclaw). Dit kamp ging in 1939 open en werd in februari 1945 gesloten.
 
 
 
 
De Nederlandse krijgsgevangenen werden naar Duitsland afgevoerd, waar ze in een krijgsgevangenenkamp werden ondergebracht. Bijvoorbeeld in het Emslandkamp Stalag VI B Versen. Het kamp was in de dertiger jaren opgezet als kamp voor de Reichsarbeitsdienst. Later heeft het gefunctioneerd als strafkamp en in 1940 werden er krijgsgevangenen in ondergebracht. Er zaten vooral Franse en Belgische krijgsgevangenen maar dus ook Nederlandse gevangenen.
 
Het kamp lag bij het dorp Versen dicht bij Meppen, ongeveer vijftien kilometer ten oosten van Emmen. Vanaf 1944 functioneerde het kamp als buitenkamp van Neuengamme. Zo kon het gebeuren dat er ook Puttenaren werden vastgezet eind 1944 nadat een verzetsgroep bij Putten een aanslag had gepleegd waarbij een Duitse officier om het leven is gekomen. Er werden 589 mannen uit Putten opgepakt die op 12 oktober 1944 in Neuengamme aankwamen en direct werden verspreid over verschillende werkkampen. Kamp Versen was zo'n kamp. Door langdurige zware arbeid, ziekte, honger en mishandeling zijn er in totaal 540 Puttenaren in de kampen omgekomen.
 
 
 
Sigarettendoosje Stanislau, Stalag 371.
Afm. ongv. 10x8x1,5 cm.
 
 
De Nederlandse officieren hoefden geen werk te verrichten in het kamp, dus verzonnen de officieren zelf activiteiten om de dagen door te komen. Men deed er o.a. aan toneel, voetbal, muziek. Zo was de heer P.J. Bont, kriegsgefangene nummer 31406 componist van verschillende kampliedjes. Ook trad hij samen op met Piet de Boer, duo de Boer en Bont.
 
  
 
Duo de Boer en Bont. Met harmonica is de heer P.J. Bont.
Rechts; het O.K. orkest.
 
 
  
Ansichtkaart van de kantine met medewerkers in Stalag 371, Stanislau.
 
 
Foto van de (vrijwillige) wasserijploeg,
Stalag 371, Stanislau.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hiernaast; Belgische/Franse krijgsgevangenen.
Ze houden een krijtbordje voor zich met daarop
hun krijgsgevangenen nummer.
 
 
 
 
Handgemaakt kanon van hout en metaal,
gemaakt in Stalag "A" Oberhof door
kpr Jan Kuna
 
 
 
Een foto met daarop Franse of Belgische krijgsgevangenen.
 
Achterop de foto staat gestempeld:
 
'Stalag VIIIA geprüft'
 
Er staat geschreven: Paul Durandeau, no 33693
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Personalkarte Oflag 67 - Oflag VIIIB
Kamp voor officieren.
 
Op de zogenaamde 'Personalkarte' stonden alle mogelijke gegevens van de krijgsgevangen soldaat. In de eerste plaats natuurlijk de voor- en achternaam, geboortedatum en plaats. Verder ook de voornaam van de vader, familienaam van de moeder. Lengte, haarkleur, kleur van de ogen (niet ingevuld), bijzondere kentekens, rang in het leger, dienstonderdeel, beroep in het dagelijks leven, datum en plaats van gevangenneming, nummer van het krijgsgevangenenplaatje, naam van het kamp. Of de krijgsgevangene gezond, ziek of gewond is binnengekomen en tot slot het correspondentieadres in Nederland. Kompleet met vingerafdruk van de rechterwijsvinger. Helaas ontbreekt de pasfoto.
 
Op de achterkant kon verder de karaktereigenschappen worden ingevuld, bijzondere vaardigheden, talenkennis, leiding, ondergane straffen, inentingen, ziektes, verhoor en het werken in een 'kommando'. Maar zoals hierboven te zien is, is de achterkant zo goed als leeg gebleven. De krijgsgevangen officier is wel twee keer ziek geweest waarvan melding is gemaakt.
 
 
 
 
   
 
Boven:
Twee tekeningen van dezelfde persoon. De tekening links geeft zijn vertrek uit Den Haag weer; Nederlandse soldaten gingen terug in krijgsgevangenschap. De andere tekening laat een overvolle treinwagon zien. De tekening is gedateerd; "13 mei 1943".
 
 
 
 
 
 
Rechts: Voetbalteam Stalag 371
Kleine Kamp voor Cadetten en Adelborsten.
 
    
 
 
 
 
Links: Personalkarte van een Belgische krijgsgevangene in Stalag XIII A.
 
 
 
 
Aquarel tekening StalagIV B, Mühlberg, Elbe.
 
 
 
 
   
    Voetbalteam Stalag 371.
 
 
Voetbalteam Stalag 371
  
 
 
 
 
 
 
Familieleden, kennissen, vrienden van een krijgsgevangene konden levensmiddelen naar hem sturen en de krijgsgevangene kon reageren via een voorbedrukt kaartje van het Rode Kruis.
 
Op dit kleine kaartje kon alleen de datum en handtekening of naam worden ingevuld ter bevestiging van de goede ontvangst.
 
 
 
 
Afzending Pakketten Krijgsgevangenen
 
In Nijmegen zijn er enkele mensen geweest die zich voor de krijgsgevangenen bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. We doelen hier op de A.P.K. actie, een afkorting van de gemoedelijke betiteling Actie Pleegmoeders Krijgsgevanenen, later veranderd in de meer nuchtere naam van Afzending Pakketten Krijgsgevangenen, aangezien de bezetter alles wat leek op "actie" bij voorbaat al wantrouwde. In Nijmegen dan was een groepje personen die begrepen, dat er voor de krijgsgevangenen wat gedaan moest worden. Want al is de wil om iets voor de krijgsgevangenen te doen goed, er moet ook een vorm van organisatie zijn, vooral ook omdat met verschillende bepalingen rekening moest worden gehouden. Daar kwam nog bij dat enige leden van het comité bij een tocht door Frankrijk vernamen dat er voor de Franse krijgsgevangenen meer werd gedaan door de bevolking dan hier voor de Nederlandse gevangenen, zo zelfs dat soms door de Fransen aan hun Nederlandse lotgenoten van de zendingen uit Frankrijk werd medegedeeld. Dit nu werd niet in overeenstemming gevonden met onze nationale eer. De betrokken Frankrijk reizigers stelden zich met enige stadgenoten in verbinding en er werd een comité gevormd.
 
Nadien is men begonnen de plaatselijke activiteit uit te breiden met de actie in de omgeving, waarbij een 20-tal dorpen werd betrokken. In ieder dorp werd een vertouwensman aangezocht, die plaatselijk de inzameling van goederen en levensmiddelen zou organiseren. Eens per maand werden de in de dorpen opgehaalde artikelen geexpedieerd naar Nijmegen via een particuliere auto of door een ter beschikking gestelde vrachtwagen. Een grote verscheidenheid van artikelen werd zo maandelijks naar Nijmegen vervoerd, van waaruit dan via Den Haag, 6 pakketten van 2 kg per maand aan de krijgsgevangen werd gezonden.
 
De A.P.K. actie verzorgde zo 6 keer per maand de pakketten van 250 krijgsgevangenen beneden de rang van officier van Nijmegen en directe omgeving. Later werd ook de verzending aan officieren-krijgsgevangenen verzorgd.
 
In de laatste jaren van de oorlog zijn er zo duizenden pakketten naar de krijgsgevangenen gegaan. De verzending geschiedde zodanig dat de krijgsgevangenen de indruk hadden van hun familie de pakjes te ontvangen, al druppelde het door de uniforme verpakking en door de mededeling van sommige familieleden zelf wel door, dat de A.P.K. er achter zat.
 
(Krantenbericht 28-10-1944)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Emaille muurbord
 
 
 
 
Krijgsgevangenschap
 
Op donderdag 29 april 1943 verscheen omstreeks 12 uur s'middags op de telexen de bekendmaking van Wehrmachtsbefehlhaber in den Niederlanden General der Flieger Christiansen 'dat leden van de voormalige Nederlandse leger terstond opnieuw in krijgsgevangenschap (zullen) worden gevoerd'. Deze bekendmaking hield in dat alle bijna 300.000 Nederlandse militairen, die in mei 1940 tegen de Duitse invallers hadden gevochten, zich opnieuw moesten melden en teruggevoerd zouden worden in krijgsgevangenschap. Ze zouden vooral in Duitsland te werk worden gesteld. Het opnieuw in krijgsgevangenschap voeren van het Nederlands leger had een tweeledig doel, n.l. arbeidskrachten te verwerven en tegelijk het Duitse leger te beschermen tegen binnenlandse onrust bij een geaillieerde invasie in Nederland.
 
Het bericht wekte grote beroering in ons land. Nog geen twee uur later braken, vooral in het oosten van het land, stakingen uit, die tot de grootste in het bezette West-Europa zouden uitgroeien. De bezetters hadden zo'n massale opstand niet verwacht. De bevolking moest zo snel mogelijk weer in het gareel worden gedwongen. Haastig werden verordeningen opgesteld, zoals de avondklok en het verbod op samenscholing en werkweigering. Wie zich niet aan de verordeningen hield, werd krachtens het standrecht veroordeeld. Dit standrecht werd op 30 april geproclameerd om gearresteerden snel te kunnen berechten. Het vonnis hield de doodstraf of langdurige gevangenschap in.
 
De namen van de gefusilleerden werden onmiddelijk gepubliceerd in dagbladen en op hardroze aanplakbiljetten. Dit was bedoeld om de bevolking te laten weten dat daadwerkelijk hard werd opgetreden.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Baret Prinses Irene Brigade
 
 
 
 
 
Prinses Irene Brigade
 
Ook Nederlandse troepen hebben gevochten voor de bevrijding van Nederland. Op 7 augustus 1944 werden op verschillende punten eenheden van de Prinses Irene Brigade aan land gebracht aan de Normandische kust. Eenmaal in Frankrijk werd de brigade ingedeeld bij de 6th Airborne. De brigade krijgt de opdracht een stuk front van de bataljons 'Royal Ulstar Rifles', '12 Devons' en 'Ox and Bucks' over te nemen. Het betrof het gebied rond Breville en Ranville.
 
De militairen passeerden op donderdag 21 september 1944 om middernacht de Belgisch - Nederlandse grens ten zuiden van Valkenswaard.
 
De brigade heeft in Nederland o.a. gevochten tegen de SS Waffen Grenadier Brigade 'Landstorm Nederland', bij Arnhem en aan de rivier de Waal ter hoogte van Tiel.
 
Lt. Kolonel A.C. de Ruyter van Steveninck was de brigadecommandant.
 
 
 
 
 
 
Hiernaast:
 
Insigne van het 'Dutch National Battalion'. Het gaat hier om een speld/broche.
 
In de Achterhoek hebben bij de bevrijding van Nederland, een paar honderd man, Nederlanders, meegevochten aan Canadese zijde.
 
Deze vrijwilligers stonden onder bevel van het 1st Canadian Corps. Vandaar de Meaple Leaf met de Nederlandse leeuw.
 
 
     
 
 
 
 
 
 
 
De Bromtol.
 
In Engeland werd speciaal voor de Nederlandse militairen een weekblad uitgegeven.
De Bromtol, "weekblad voor Nederlandsche militairen in Engeland". Hoofdredacteur; Kapitein Z. Medewerkers; Elck die Wil.
 
Hiernaast De Bromtol van 29 juni 1942, de verjaardag van Prins Bernhard.
Eerste jaargang, 4 pagina's.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Links:
 
Bronzen herinneringspenning, ontwerp; M. Pauw, diameter 6 cm.
De penning werd in 1946 uitgereikt aan alle leden van de Dutch National Battalion.
 
Op de achterzijde afgebeeld twee ineengesloten handen op de kaart van de Achterhoek. Nog te lezen zijn de plaatsnamen: Doetinchem, Terborg, Silvolde, Ulft, Voorst, IJzerlo, Heurne, Dingsperlo (Dinxperlo), Ratum, Eibergen, Borculo, Rekken, Nede (Neede) en Eibergen.
 
 
                
 
 
 
Shawl-halsdoek, ontwerp Prins Bernhard
 
 
 
 
 
 
Prins Bernhard Fonds
 
In Londen werden al tijdens de meidagen van 1940 organisaties opgericht die zich bezig hielden met het inzamelen van geld waarmee vluchtelingen uit Nederland van financiële bijstand, kleding en onderdak werden voorzien, geld dat ook aangewend kon worden ten behoeve van het herstel van Nederland en hulp aan oorlogsslachtoffers. Er was een 'London Committee of the Netherlands Red Cross Society' en een 'Netherlands Emergency Committee'. In de kring rond prins Bernhard was men van mening dat de strijd tegen de vijand voorop diende te staan. Daarom werd de Prins Bernhard Fonds op zaterdag 10 augustus 1940 opgericht dat tot doel zou hebben geld in te zamelen voor de aankoop van oorlogsmaterieel voor de Nederlandse strijdkrachten.
 
Door het Prins Bernhard Fonds werd gedurende de oorlog geld ingezameld voor de aankoop van Spitfires, bommenwerpers, tanks, Brengun Carriers en torpedobootjagers.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Shawl-halsdoek.
 
Het was Prins Bernhard zelf, die eigenhandig een shawl ontwierp met daarop de emblemen van marine, leger, luchtmacht, koopvaardij en special forces. Daarbij ook de tekst; Nederland zal herrijzen; Dispereert niet en Je maintiendrai. De halsdoek is vervaardigd bij de Londense firma/stoffenhuis Jacqmar en werd in Nederland aan de deur verkocht ten bate van het Nederlandse Rode Kruis en het Prins Bernhard Fonds.
 
 
 
 
 
 
Het ontwerp van Z.K.H Prins Bernhard wordt aan de pers gepresenteerd.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Spitfire Fund
 
Naast het Prins Bernhard Fund was in Nederlands Indië ook een 'Spitfire Fund' actief. Het Spitfire Fund stelde zich ten doel gelden bijeen te brengen waarmee de Engelse regering Spitfires kon aanschaffen.
 
De aanzienlijke bedragen die door dit Spitfire Fonds bijeen werden gebracht, kwamen via het Prins Bernhard Fonds ter beschikking van de Britse regering.
 
In mei 1941 bood Prins Bernhard een cheque aan voor de aanschaf van een negental bommenwerpers die de namen 'Rotterdam' I t/m IX kregen.
 
Hiernaast: een uitgave uit Batavia, auteur: E. Terkuhle.
 
 
 
 
 
Speldje "Wij zullen handhaven".
 
Dit speldje werd gemaakt in het voormalig Nederlands Indië, als zogenaamd nationale speldje. Het is in omloop gebracht door het Oranje Comité in Soerabaja. Vanaf 8 juni 1940 lagen de speldjes in de winkels en verkocht de jeugd het speldje op straat.
 
De opbrengst ging naar diverse doeleinden, zoals het Nederlandse Oorlogsfonds en het Koningin Wilhelmina Fonds. De minimumprijs van het speldje was vijf cent.
 
Het speldje werd met de hand beschilderd, maar zoals te zien is in de loop der jaren het verf grotendeels verdwenen.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De Zeemanspot.
 
Dit was een verzetsorganisatie die gedurende de bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog financiële steun verleende aan familieleden van buitengaats verkerende Nederlandse zeelieden. Met het toenemen van het ondergrondse verzet steeg de behoefte aan geld (voor onderduiken, voor achtergebleven familieleden, voor daadwerkelijk verzet en nog tal van andere behoeften) evenredig.
 
 
 
 
 
 
 
De Varende Hollander
 
"Berichten voor zeevarenden". Veetiendaags bulletin uitgegeven door het Nederlands Informatie Bureau, Rockefeller Plaza, New York. Hierin stonden instructies voor het verzet, burgers en ambtenaren; het verloop van de bevrijding; in één van de exemplaren een laatste lijst van gesneuvelden op de Nederlandse Koopvaardijvloot; namen, leeftijd en woonplaats van gesneuvelde of vermoorde NSB'ers; artikelen over de bezettingsautoriteiten; de oorlog in Nederlands-Indië; uitslagen van in Nederland gespeelde voetbalwedstrijden etc.
 
 
 
 
 
Herinneringsbordje; "1941 de Zeemandspot 1945"